Het parcours kent eigenlijk geen verrassingen ten opzichte van de laatste edities. De 118e editie is 257,7 kilometer lang en bevat 30 sectoren met kasseien. Deze sectoren zijn samen goed voor 55 kilometer kasseien waarvan sommige heel, heel, heel erg slecht liggen.
De renners krijgen 100 kilometer de tijd om op te warmen als na goed twee uur koers de eerste kasseien bij Troisville opdoemen.
Voor aanstaande zondag wordt regen opgegeven en de kasseien van Troisville liggen er dan doorgaans slecht bij.
Bij regen is het dan ook te hopen dat het peloton in die eerste uren al een beetje uit elkaar is gevallen en er niet een hongerige meute van 200 man de kasseien opstormt.
Na de kasseien van Troisville krijgen de renners nergens meer echt rust. Om de haverklap duikt er zo'n gruwelijke Noord Franse hindernis op.
Onder die hindernissen ook de zeer lange strook van Quiévy - Saint-Pyhton welke sinds een paar jaar is omgedoopt tot secteur John Degenkolb. Het zal de derde hindernis van de dag zijn en deze strook is maar liefst 3700 meter lang. Hiermee is het tevens de langste strook in deze editie en menig renner zal na deze strook het al spuug en spuug zat zijn.
Als het dan ook nog regent zullen we de eerste passagiers in de bezemwagen mogen verwelkomen. Renners die hun kopman door de aanloop moesten loodsen en op de kasseien zelf niet veel te zoeken hebben zullen hier maar wat graag in de remmen knijpen.
Voor wie voor winst of podium gaat moet het dan nog echter gaan beginnen. De stroken volgen elkaar snel op en na 10 stroken en met nog 95 kilometer te gaan is daar het legendarische Bos van Wallers.
Zelfs voor specialisten een gruwel en met regen zijn deze kasseien (het zijn daar overigens meer keien dan kasseien) spek en spek glad.
De afstand naar de wielerbaan is nog te groot om hier de koers al te winnen, maar je kan hem hier wel verliezen. Een lekke band hoeft hier nog niet in de weg te zitten, maar een nare valpartij kan er zomaar voor zorgen dat deze Parijs-Roubaix na 150 kilometer is afgelopen.
Ook na het Bos van Wallers blijven de stroken zich vlot achter elkaar opvolgen. Hoewel de renners vanaf de eerste kasseien voor iedere twee kilometer asfalt er één op kassei krijgen, zal menig renner inmiddels het gevoel hebben constant op van die duivels stenen te rijden.
Voor veel fans is het dan uitkijken naar de passage op Mons-en-Pévèle. Een vijf sterren strook met een paar lastige bochten en het nodige hoogteverschil. De kasseien liggen op sommige plaatsen redelijk maar op een aantal andere plaatsen gruwelijk slecht.
Hier wordt veel met trekkers gereden en eigenlijk ligt er altijd zand en klei op de kasseien. Met regen betekend dat dus blubber!
Het is dan nog een kleine 50 kilometer naar de meet en grote specialisten als Fabian Cancellara en Tom Boonen hebben vanaf hier succesvol een solo af weten te ronden.
Of we dat zondag gaan zien is de vraag. Veel renners hebben een zwaar seizoen achter de rug en Parijs-Roubaix is dit keer geen voorjaarsklassiekers maar een najaarsklassieker. Het zal hier en daar zeker aan wat frisheid ontbreken.
Wie wil winnen zal na het afrijden van Mons-en-Pévèle toch nog goed een uur aan de bak moeten. De renners hebben dan nog precies 10 stroken tegoed waarvan we de laatste in Roubaix mogen verwaarlozen.
De andere negen stroken die de renners nog krijgen zijn echter wel serieuze kost. De strook van Bourghelles - Wannehain krijgt met 1100 meter maar drie sterren, maar de kasseien liggen slecht en het eerste stuk loopt smerig op en de wind staat hier vaak in het nadeel. Wie sterk is moet het niet laten hier eens een stevige selectie door te voeren.
Een klein stukje verder wacht met nog 20 kilometer te gaan de strook van Camphin-en-Pévèle. Een vier sterren strook van zo'n twee kilometer lang die tussen de bietenvelden ligt.
Bieten? Ja bieten en dat betekend - zeker in deze tijd van het jaar - overal klei en natte klei is niks anders dan blubber.........
Na deze hindernis ruiken de renners als het ware de wielerbaan en het gevoel er bijna te zijn zou zomaar in de vezels kunnen kruipen. MIS!
Op 17 kilometer van de meet staat daar poort naar het ergste stukje hel namelijk de strook van Carrefour de l’Arbre. Het is vast een discussie waard of het Bos van Wallers of die van Carrefour de l’Arbre de meest gruwelijke strook is.
Als je ze allebei fris oprijdt is het Bos vast "de winnaar".
Het verschil is echter dat de renners bij het Bos van Wallers nog vrij fris zijn en bij Carrefour de l’Arbre is niemand meer fris.
Het Bos van Wallers is een kaarsrechte strook en in de strook van Carrefour de l’Arbre zitten een paar zeer nare bochten. Na een bocht is het op kasseien lastig weer op gang komen en bij regen zullen de bochten met zeer lage snelheid genomen moeten worden.
Daarnaast heb ik met een persoonlijk verkenning deze zomer mogen zien dat de kasseien op Carrefour de l’Arbre gruwelijk slecht liggen. Vooral het stuk voor de bocht die ongeveer halverwege de strook ligt.
Op sommige plaatsen is er wel een strookje om in de kant te rijden, maar zondag zal het daar barsten van het publiek.
Een gruwel van een strook en ieder die op aanklampen zat gaat hier echt definitief over boord.
Er volgen dan nog Gruson en Hem. Deze laatste is de laatste jaren gerenoveerd omdat deze strook ook voor dagelijks verkeer wordt gebruikt. De asfaltstroken aan beide kanten moeten het voor dagelijks fietsverkeer aangenaam maken. Het is op dit moment onduidelijk of de organisatie maatregelen neemt om te voorkomen dat de renners op deze asfaltstrookjes kunnen rijden.
In Roubaix zelf is dan nog het eerdere genoemde niemendalletje en dan is het nog een rondje op de wielerbaan.
Met regen zal dat ook niet fijn zijn om daar te moeten sprinten en wie sterk genoeg is doet er ook verstandig aan het daar niet op aan te laten komen.
Wie voor een solo wil gaan zal in het parcours een bondgenoot vinden, maar of het weer ook een bondgenoot gaat worden?
Mooi stuk! Ik ga al jaren kijken en dit jaar ook. Ben benieuwd met die voorspelde regen. Mijn vader (86) heeft ook nog een Gios. Van een amateur gekocht in de jaren 80.
BeantwoordenVerwijderen