maandag 29 juni 2020

Een Vlaamse koers

Met 57 op 117 edities heeft België (lees Vlaanderen) het leeuwendeel (what's in a name) van de overwinningen binnen weten te halen.
Maar liefst 19 keer was het podium volledig gevuld met Belgen. NEGENTIEN KEER!
In 1959 wist de Fransman Tino Sabbadini te voorkomen dat de Belgen een volledige top tien gingen vullen.

Dit zijn de kille cijfers en dat maakt iets nog geen Vlaamse koers. Opmerkelijk is dat het juist meerdere Fransen journalisten zijn die deze stelling wel eens droppen.
Puur geografisch gezien kan je ook stellen dat het een Vlaamse koers is. Als we maar ver genoeg teruggaan is het wellicht zelfs een Hollandse koers. Zeker de finale!

Overigens gaat de laatste 40 kilometer wel heel dicht langs de Belgische grens. Maar ook dat maakt iets nog geen Vlaamse koers.

Parijs-Roubaix heeft natuurlijk al helemaal niks met de mondaine lichtjesstad te maken waar voorheen de start werd gehouden.
De besmeurde renners, de kuilen in de weg, krakende wielen, vloekende coureurs, stof, modder en zweet. Het staat lijnrecht tegenover waar Parijs voor staat.
Toen de inrichters van de koers voor Parijs als startplaats kozen was dat puur een marketing truc. Niks meer en niks minder. Een start in Parijs zou veel volk trekken en voor veel publiciteit zorgen.

De koers zelf is natuurlijk al ruim 100 jaar lang het slagveld van de echte Flandrien. Dit is geen terrein voor verfijnde moederskindjes. Geen koers voor verwende jongetjes uit de grote stad.
Hier ben je niet welkom als je AFZIEN niet standaard met hoofdletters schrijft.

Deze streek is er ook een van eenvoud en hard werken. Werken? Labeur!
Iets wat beslist - qua beleving - beter aansluit bij het eenvoudige Vlaanderen dan bij het wat hautaine Parijs.

De laatste jaren kunnen de Belgisch verslaggevers op TV echter nog wel een chauvinistisch doorslaan. Een beetje mag, want niemand zit onafhankelijk naar de TV te kijken en een beetje supporteren is prima.
Graag zelfs....maar....
Als er een Belg wint dan is het gelijk Merckxiaans, terwijl het in die gevallen toch goed is om de erelijst van Eddy er nog eens bij te pakken.
Wint er een Noord Europeaan, een Kroaat of een Zuid Afrikaan? Geen nood want deze heeft vast een Belgische oom of tante. Anders verblijft hij wel bij een Belgisch gastgezin.
Het kan wel eens wat minder..........

Toch zal ik niet gaan staan steigeren als Parijs-Roubaix een Vlaamse koers wordt genoemd.
Want wees nu eerlijk. Het decor kan niet Vlaamser en het is toch een koers waar alleen de echte Flandriens de dienst uit maken?

Foto: Gedicht van Willie Verhegghe
op de gevel van t'Hemelryck
(café top Muur van Geraardsbergen)

zondag 28 juni 2020

Eric Vanderaerden: 1987

Bij Eric Vanderaerden heb ik altijd het gevoel gehad dat er veel meer in zat dan er is uitgekomen.
In het eerste deel van z’n carrière toen Eric bij Peter Post fietste haalde Eric z’n meeste en grootste successen.
Toch werd hij toen geremd door een rij sterke ploeggenoten, die zo nu en dan ook een dikke vis uit de vijver wisten te halen.
In de Post-jaren haalde Eric een Belgische titel binnen en overwinningen in de Ronde van Vlaanderen (in werkelijk pleuris weer), Parijs-Roubaix, Gent-Wevelgem en Parijs-Brussel.
Ook won hij in de Post-jaren een viertal etappes in de Tour de France.

Toen Vanderaerden begin 1990 overstapte naar de ploeg van Raas werd het allemaal een heel stuk dunner op zijn palmares.
Jammer want Eric was een groot talent en bovendien een toffe gast. Misschien was dat laatste wel een beetje z’n handicap.
Natuurlijk kon hij als iedere sporter z’n heftige momenten hebben, maar als je Eric in die jaren in een interview zag dan ontstond toch wel eens het beeld dat hij naar andere (lees: ploegmaats) wat harder mocht zijn.
De Bucklerploeg waar hij in 1990 terecht kwam bestond natuurlijk uit de nodige haantjes. Bovendien was de sfeer van het anti-Post kamp er natuurlijk ook een die niet bij ieder voor positieve resultaten gaat zorgen. Zeker niet bij Vanderaerden die vooral fietste om te winnen en niet om en ander te laten verliezen.

In Parijs-Roubaix van 1987 was Eric Vanderaerden echter op z’n best en zoals we hem graag zagen. Het was een geanimeerde koers en met vier blijven ze in de finale over. Er moet gesprint worden bij een sponsor voor de deur wat natuurlijk een grote smet is op de 100e verjaardag van deze koers.

Gelukkig was er aan het aantal stroken niet gemorreld. Een strook meer of minder maakte voor Eric niet uit en in de sprint stonden de overige drie koplopers niet eens op de foto.
Toch een kleine teleurstelling voor Eric. Hij kreeg namelijk niet een grote kassei op een sokkel maar een miniatuur in goud. Dit naar aanleiding van het honderdjarig bestaan.

Een teleurstelling die in de jaren daarna wellicht alleen maar groter werd. In 2010 is dat rechtgezet en dankzij Les Amis de Paris-Roubaix staat er ook bij Eric inmiddels een echte pavé op de schoorsteenmantel.
Tijdens de Superklassieker (uitstap voor wielertoeristen met finish op het velodroom van Roubaix) een aantal jaar geleden kreeg Eric een echt kassei zoals sinds eind jaren 70 aan de winnaar wordt overhandigd.

Het is hem gegund want het was een overwinning om je vingers bij af te likken!

Podium 1987
1. Eric Vanderaerden
2. Patrick Versluys
3. Rudy Dhaenens

Op het filmpje is goed te zien dat de overige drie andere koplopers in de sprint volledig kansloos waren.

woensdag 17 juni 2020

Zwaar ongeluk Niki Terpstra

Gisteren heeft Niki Terpstra tijdens een trainingsrit een zeer zwaar ongeluk gehad. Niki moest met een traumahelikopter naar het ziekenhuis worden gebracht.
Een klaplong, hersenschudding, gebroken ribben en een gebroken sleutelbeen zijn de trieste balans.

Ramona de vrouw van Niki plaatste direct op Twitter en Instagram dat hij niet in levensgevaar zou zijn.
Hoe het ongeluk precies is gebeurd vind ik op dit moment niet zo interessant. Vanaf deze plek willen we Niki vooral veel sterkte en beterschap wensen.

Maar als de diagnose klopt dan kon net als 2019 ook dit jaar voor Niki wel eens een verloren jaar gaan worden.
Net nu hij vorig jaar de overstap had gemaakt naar Total Direct Energie lijken de tegenslagen zich op te stapelen.
Vorig jaar in de Ronde van Vlaanderen was hij als een van de kanshebbers gestart, maar ging hard tegen de grond.
Niki was net op tijd hersteld om aan de Tour de France deel te nemen. Uiteraard zou hij daar gaan proberen een etappe te winnen om zo zijn seizoen goed te maken.
Helaas moest Niki ook in de Tour door een valpartij opgeven.

Een vechter en knokker die hij is pepte hij zich na herstel nog een keer op en haalde hij in de herfst nog een fraaie tweede plaats in Parijs-Tours.
Die uitslag gaf aan dat Niki ondanks de tegenslagen in 2019 nog steeds op het hoogste niveau in de eendagskoersen mee kan komen.

Het was dan ook uitkijken naar het seizoen van 2020. Z'n ploeg Total Direct Energie heeft Niki natuurlijk vooral aangenomen voor koersen als Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix.
Beide koersen die hij al een keer heeft gewonnen en waar enige maturiteit eerder een voordeel is dan een nadeel.

Door de Corona crisis zijn de kassei klassiekers naar oktober geschoven. Niki had daar zeker hoge ogen kunnen scoren want het is een eergierige, gedreven en enorm slimme coureur.

Als we naar de huidige diagnose kijken heb ik er weinig vertrouwen in dat Niki dit jaar nog in actie gaan komen.
Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix zonder Niki. Laten we hopen van niet.
Hopelijk is het herstel voorspoedig en zit hij snel weer op de fiets.
Want dit zou voor hem wel een heel triest einde van het seizoen zijn.
We hebben nog ruim vier maanden dus allemaal duimen voor Niki!

Niki beterschap!

Aanvulling 18 juni 2020
Hierboven staat vermeld dat Niki met traumahelikopternaar het ziekenhuis is gebracht. Vanwege de klaplong is hij met een ziekenauto gebracht die ook snel ter plaatsen was.
Door de traumahelikopteris wel de weg geruime tijd afgesloten geweest.

Allemaal details die niet echt belangrijk zijn want wat veel belangrijker is dat Niki gister de IC heeft verlaten. Waarschijnlijk moet hij nog een week in het ziekenhuis blijven om thuis verder te herstellen.
Mogelijk valt het mee maar het zal wederom een zware weg zijn om er weer bovenop te komen.

Afbeelding: Bericht van Ramona de vrouw van Niki op Instagram

dinsdag 16 juni 2020

Le Moulin de Vertain

500 meter - 3 sterren

Om in 2002 de honderdste editie wat extra kasseistroken te geven is deze strook uit de "oudheid" opgegraven.
De strook krijgt slechts drie sterren, maar dat komt grotendeels door de beperkte lengte. Toch is dit een geniepige strook.
De kasseien zijn in mijn beleving vrij groot en de rug van de weg ligt vrij hoog ten opzichte van de zijkanten.

Foto: Muur met winnaar en de reuze-kassei aan begin van de strook

De strook komt na de kaap van de 200 kilometer en zit je hier niet fris dan is het lastig om het tempo erin te houden. Je weet dat het na deze strook een aantal kilometers wat makkelijker wordt maar.............
Als je het hier al lastig hebt dan is een top tien niet erg waarschijnlijk.
Als deze Moulin een helling was geweest hadden we het zeker een kuitenbuitertje genoemd.
Gezien de beperkte ruimte op de weg is het zeer verstandig om goed van voren te zitten. Dat mede omdat de strook eindigt in een geniepig scherp bochtje naar rechts.

Foto: De molen waar de strook haar naam aan te danken heeft

Bij het oprijden van de strook staat aan de rechterkant een molen waar deze strook haar naam aan te danken heeft.
Sinds een paar jaar staat bij het begin van de strook een reuze-kassei en een muur met de naam van alle winnaars.

Afbeelding: Strook begint rechts onder bij de D19 bij het uitrijden van Templeuve,

zondag 14 juni 2020

Johan Museeuw: 1996

Voor mij is dit een zwarte dag in de geschiedenis van Parijs-Roubaix. Natuurlijk was de Mapei ploeg uitzonderlijk sterk, maar wat mij betreft ga je in de koningin van de klassiekers niet als drie wielertoeristen over de streep.

Het was knap dat Museeuw, Bortolami en Tafi met z'n drieën op kop kwamen. Toch was het een schande dat er niet om gesprint werd.
Een criterium geef je weg aan een ploegmaat, desnoods een nationale titel of een Tour etappe, maar Parijs-Roubaix?
Dan sprint je om op leven en dood. Ook al betekend dat je ontslag.

Museeuw had er niet helemaal vertrouwen in en bleef tot het laatste moment zenuwachtig achterom kijken. Maar de twee Italianen fietsten als twee makke schapen op keurige afstand achter Johan over de streep.
Of ze door een mafiabaas waren ingefluisterd dat ongehoorzaamheid in deze "de kogel" zou betekenen.
Vreselijk om te zien. Topsporters - en dat waren ze alle drie - moeten altijd proberen te winnen.
Als een ploegmaat is ontsnapt dan rij je daar niet achteraan maar je remmen dichttrekken op de wielerbaan als je een van mooiste koeren kan winnen.
Onvergefelijk!

Normaal kan ik na een middagje Parijs-Roubaix er nog weken over nagenieten. Niet dit keer.
Onwaardig voor een ploeg als Mapei. Onwaardig voor een kampioen als Museeuw, maar vooral onwaardig voor een monumentale koers als Parijs-Roubaix.

Museeuw en Tafi zetten in volgende edities deze misser recht door als echte winnaar over de streep te gaan.
Bortolami zal echter op z'n honger blijven zitten en die zal van de drie het meest wrang terugdenken aan deze gemiste kans.

Podium 1996:
1. Johan Museeuw
2. Gianluca Bortolami
3. Andrea Tafi

donderdag 11 juni 2020

Eddy Merckx: 1973

In 1973 beleefde Merckx een van z'n topjaren. Wat te denken van een voorjaar met overwinningen in: Omloop Het Volk, Gent-Wevelgem, Amstel Gold Race, Luik-Bastenaken-Luik en Parijs-Roubaix.
Verderop in dat jaar won hij de Vuelta en de Giro waar hij in beide vijf etappes won en in de Giro won hij ook nog eens de proloog.

Dat voorjaar waren alleen Leman en Roger De Vlaeminck er met andere hoofdprijzen vandoor gegaan.
Eric Leman had zijn geliefde Vlaanderens Mooiste weer eens gewonnen en De Vlaeminck was superieur in de Primavera.
Het was ook De Vlaeminck waar Merckx in deze editie van Parijs-Roubaix op een kleine 60 kilometer mee op avontuur ging.
De Vlaeminck was echter in Gent-Wevelgem ongelukkig gevallen en kon met z'n geblesseerde arm Merckx onmogelijk volgen.
Uiteindelijk werd De Vlaeminck "slechts" zevende wat gelijk z'n slechtste resultaat is op veertien deelnames! Veertien keer aan een koers meedoen slecht één keer niet aan de finish en je slechtste resultaat is zevende? Dat zal niet vaak zijn nagedaan.

Overigens is het lijstje wat Merckx ten aanzien van Parijs-Roubaix neerlegt ook niet flauw: twaalf deelnames en tien keer top 10 en twee keer top 15. Vijf keer podium en drie overwinningen.
Deze van 1973 was de laatste keer dat Merckx in Roubaix op het hoogste treetje mocht gaan staan. Eerder deed hij dat in 1968 en 1970.
Nadat hij De Vlaeminck achter zich had gelaten reed Merckx in een bovenmenselijke solo naar de wielerbaan.
Met name Godefroot en Rosiers deden er alles aan om zelf op zoek te gaan naar een tweede overwinning. Zowel Godefroot (1969) als Rosiers (1971) hadden immers de zoete smaak van een overwinning in Roubaix al eens mogen proeven.
Dit was een van de vele dagen dat Merckx ver boven de rest uitstak en alle andere fietste slechts voor de tweede en volgende plaatsen.

Met z'n drie overwinningen in Parijs-Roubaix staat Eddy tussen een indrukwekkend rijtje specialisten. Maar Merckx was natuurlijk ook een specialist in alles en dit was wederom een indrukwekkende demonstratie en dik verdiende overwinning.

Filmpje is van een slechte kwaliteit en zonder geluid. Toch genieten......

Podium 1973:
1 Eddy Merckx
2 Walter Godefroot
3 Roger Rosiers

Romain Gijssels: 1932

De jaren tussen de twee oorlogen waren geen jaren van overvloed. Het leven was eenvoudig en er moest hard worden gewerkt.
Veel mannen kozen voor de wielersport als vlucht van de fabriek of akkers.
Gewoon arbeider betekende immers simpele kost, werkweken van 6 dagen, werkdagen van 10 en meer uur. Daarnaast zag je helemaal niks van de wereld.

In hoeverre dit ook voor Gijssels heeft geteld is nu wat lastig te achterhalen. Wel is bekend dat Gijssels in 1931 bij de profs een droom debuut maakte door direct de Ronde van Vlaanderen te winnen.
Nu had De Ronde in die jaren nog niet de status die deze nu heeft, maar ieder wist dat je met Gijssels rekening moest houden.
Zeker toen hij dat kunstje in 1932 herhaalde en er direct een overwinning in Parijs-Roubaix aanplakte en zo "de dubbel" realiseerde.
Parijs-Roubaix winnen was echt een straf staaltje want dit waren de jaren van Gaston Rebry.
Gaston was met een offensief bezig om de eerste "Monsieur Paris-Roubaix" te worden en gaf geen cadeaus.

Overigens was Gijssels niet vies van een stukje fietsen en of het nu honderd kilometer meer of minder was maakte hem niet uit.
Die eigenschap kwam goed van pas en in zijn topjaar 1932 haalde hij ook nog een overwinning in Bordeaux-Parijs.
Toen nam Gijssels op een overdreven manier rust om zich te prepareren voor het wereldkampioenschap.
Eigenlijk is het daarna nooit meer wat geworden met Gijssels.
Met deze kampioen heb ik een beetje zo'n zelfde gevoel als met Fons de Wolf. De eerste paar jaar een aantal prachtige overwinningen en daarna komt zo'n carriere toch niet echt op gang.

Jammer want iemand die in een jaar "de dubbel" weet te scoren die heeft echt heel wat in z'n mars.

Romain liet zich door de teleurstellingen echter niet gek maken en zetten een eigen fietsenmerk op en begon een hotel in Parijs.

Podium 1932
1 Romain Gijssels
2 Georges Ronsse
3 Herbert Sieronski

Foto (Bron BNF): Prachtig sfeerbeeld van de aankomst in 1932. Let eens op de massa publiek. Prachtig!

zondag 7 juni 2020

Maurice Garin: 1897 & 1898

Een mooie carriere maar aan het eind verprutst door gesjoemel. Garin zal voor altijd in de boeken staan als de winnaar van de eerste Tour de France.
Hij zal helaas ook in de boeken staan als iemand die het op een bepaald moment niet zo nauw nam met de spelregels.

Geen doping of omkoping zoals het moderne wielrennen het laatste decennia helaas te vaak in het nieuws is gekomen.
Nee Garin werd geschorst voor het nemen van de trein!

Nu is met de trein reizen een prima idee, maar niet als je deelneemt aan een koers. Een vorm van fraude die begin vorige eeuw vaker voorkwam.
Maar dat iets vaker voorkomt legitimeert niet dat je het ook maar mag doen. Dat is hetzelfde smoesje waar sommige renners de afgelopen jaren het doping verleden mee achter zich willen laten.

"ze deden het allemaal"

Dat kan best zijn maar of je nu doping of de trein pakt het is een lastig verhaal als het uitlekt.

Laten we toch aannemen dat Garin z'n Tour-overwinningen en z'n twee zege's in Parijs-Roubaix op eerlijke wijze heeft behaald.
Een Tour die toen nog bestond uit zes etappes, maar wel vier langer dan 400 kilometer. De verleiding om de trein te nemen is dan ook wel heel erg groot moet ik zeggen.

Bij zijn eerste overwinning in Parijs-Roubaix was hij gelijk de eerste Fransman (geboren in Italië) die wist te winnen.
Een jaar eerder bij de eerste editie was de bloementuil immers naar een Duitser gegaan.
Toch was het Franse publiek over de overwinning van Garin in 1897 verdeeld. Het was een zware koers geweest en er melden zich twee renners aan de poort van oude wielerbaan.
Garin was in het gezelschap van de Nederlander Cordang die bij het oprijden van de baan een uitglijder maakte.
De baan was 333 meter en er moesten nog zes ronden worden afgelegd. In een kolkende massa probeerde de Nederlander de Fransman nog bij te benen.
Het publiek was uitzinnig en de inrichters die met hun nieuwe koers reclame voor het velodroom wilde maken konden geen mooier slot wensen.

Cordang nadert meter bij meter maar komt een paar fietslengte te kort. De beide renners worden oorverdovend toegejuicht en met een finale als deze staat Parijs-Roubaix definitief op de kaart.

Maar ook de naam van Garin stond definitief op de kaart. Hoewel hij in 1897 had toegegeven dat Cordang de sterkste was wilde hij een jaar later afgetekend winnen.

Een beetje een gekkenhuis werd het wel in 1898 want de wedstrijd werd niet alleen voor wielrenners gehouden. Gelijk met de wielrenners werd er ook een Parijs-Roubaix voor motorrijders gehouden.
In die laatste categorie overigens geen hoogvliegers, want Garin had maar net een uurtje meer nodig dan de snelste motor.
Garin maakte er bij z'n tweede niet zo'n spannend nummer van en kwam met bijna een half uur voorsprong aan in Roubaix.
De overwinning smaakte extra zoet want er kon geen misverstand bestaan dat hij de snelste was.

Twee keer op rij in regen en blubber en Garin is niet alleen de eerste Fransman die de stenenkoers wint maar tevens de eerste renner die een eerste dubbel haalt.

Podium 1897
1. Maurice Garin
2. Mathieu Cordang
3. Michel Frederick

Podium 1898
1. Maurice Garin
2. Auguste Stéphane
3. Edouard Wattelier

Garin begon na zijn actieve loopbaan een werkplaats en garage en er is ook een tijd een fietsmerk met zijn naam op de markt geweest.

Foto (AFP): Prachtig tijdsbeeld en we kunnen ons niet voorstellen dat de komende 
winnaar van Parijs-Roubaix zich zo laat huldigen.

vrijdag 5 juni 2020

Wel vrouwen maar geen Sagan

Gister hebben de vrouwen van Trek een deel van het parcours van Parijs-Roubaix verkend.
Voor veel dames zal dat de eerste keer zijn dat ze kennis hebben gemaakt met de Noord Franse stenen.
Er was immers geen koers voor de dames, dus waarom zou je dan dat vreselijke parcours gaan rijden.
Dit jaar mogen de vrouwen op 25 oktober gaan uitmaken wie de eerste felbegeerde kassei mee naar huis mag nemen.
Ga er maar vanuit dat er heel wat dames zullen zijn die met een overwinning in Parijs-Roubaix van 2020 toch ineens een sportief mega succes willen maken.
Bij Trek nemen ze het in iedergeval heel serieus en gister is er uitvoerig getest en verkend.

Foto : Een mecanicien zorgt dat het materiaal op en top in orde is (foto Trek-Segafredo)

Voor veel vrouwen zal het een mooi doel zijn maar het ziet er meer en meer naar uit dat we Peter Sagan niet aan het werk gaan zien op de Noord Franse stenen.
De Giro stond al op het programma van Sagan maar deze is nu door de Coronacrisis naar oktober verschoven en overlaat een aantal klassiekers waaronder Parijs-Roubaix.
Mooi dat hij de Giro gaat doen maar ook heel jammer dat we deze geweldige coureur niet in Parijs-Roubaix gaan zien.

Foto: Sagan tijdens de Recon in 2018. Drie dagen later zou hij als winnaar 
in Roubaix over de streep gaan (eigen foto)

Voor ieder die 25 oktober wel aan de start komt is er nog wat goed nieuws. Gister maakte Les Amis de Paris-Roubaix bekend dat een deel van de strook van Mons En Pévèle zijn gerestaureerd.
Niemand mag verwachten dat het ineens een fraai geplaveide strook is geworden.
Met dit soort restauraties zorgen ze dat de extreem slechte stukken worden opgelapt en soms worden er maatregelen genomen voor een iets betere afvoer van regenwater.
Ik hoop er snel een te gaan kijken maar ik ben bang dat ook na de restauratie deze strook nog steeds z'n 5 sterren kan behouden.

Foto: Leden van Les Amis de Paris-Roubaix aan het werk (foto Les Amis de Paris-Roubaix)


donderdag 4 juni 2020

Felice Gimondi: 1966

Gimondi alla Coppi schreven de kranten. Geloof me zo'n vergelijking wordt in Italië niet zomaar gemaakt.
Maar de Tifosi waren natuurlijk al helemaal lyrisch van Gimondi.
In 1965 had hij in z'n debuutjaar als prof direct de Ronde van Frankrijk gewonnen. De pers struikelde toen al over de superlatieven.
Toen hij een jaar later (in 1966 dus) half april de grootste klassieker won werden ze in Italië helemaal gek.
Gimondi werd weliswaar niet zo'n groot kampioen als Coppi, maar heeft een zeer indrukwekkende erelijst bij elkaar gereden.
Felice is één van de vijf renners die alle drie de grote rondes een keer gewonnen heeft. Daarnaast werd Gimondi een keer wereldkampioen (Barcelona 1973) en won hij onder andere Milaan-San Remo, de ronde van Lombardije en Parijs-Brussel.
Een alleskunner dus.

Tijdens Parijs-Roubaix in 1966 rijdt Gimondi een klassieke solo vanaf Mons en Pévèle waar toen nog de Pas de Roland beklommen moest worden.
De achtervolgers bleven in eerste instantie hangen op enkele seconden terwijl dat niet de minste waren.
In de achtervolging zaten onder andere Merckx (rijzende ster), Godefroot, Willy Planckaert, Janssen, Poulidor, Van Looy en De Cabooter. Toch liep Gimondi iedere tien kilometer een minuut op z'n achtervolgers weg.

Met z'n overwinning in Parijs-Roubaix waren de Italianen helemaal buiten zinnen. Een nieuwe Coppi!
De overwinning van Felice in 1966 was inderdaad groot en vooral groots. Grande!
In werkelijk hondenweer en maar 30 man aan de streep. Zo'n editie zou je met de moderne middelen wel eens in beeld gebracht willen hebben.
Heel even viel er zelfs sneeuw en Gimondi fietste met wollen handschoen over de streep.
Met een voorsprong van ruim 4 minuten (!!) op de achtervolgende groep.

Jan Janssen was de snelste van de achtervolgers. Gerben Karstens wordt netjes tiende en de jonge Merckx eindigt in z'n eerste Parijs-Roubaix op een keurige 15e plaats.

Na zijn actieve carriere als beroepswielrenner bleef Gimondi bij de wielersport betrokken. Zo deed hij PR werk voor Bianchi en wordt er in Bergamo een Gran Fondo met zijn naam georganiseerd.

Gimondi overleed vorig jaar op 79 jarige leeftijd aan de gevolgen van een hartaanval.

Podium 1966:
1 Felice Gimondi
2 Jan Janssen
3 Gilbert Desmet

Foto: Gimondi (rechts op de foto) tijdens de prijsuitreiking van zijn Gran Fondo in 2009

dinsdag 2 juni 2020

DVD: A Sunday in Hell

Deze documentaire is gemaakt door de Deense filmproducent Jorgen Leth. Leth is niet zomaar een jongen en wint al 40 (!!!) jaar lang prijzen met z'n doorgaans wat eigenzinnige films en documentaires.
A Sunday in Hell is gemaakt tijdens Parijs-Roubaix 1976 en geeft een prachtig kijkje in het toenmalige professionele wielrennen.

Hoofdrolspelers zijn natuurlijk Merckx en De Vlaeminck (top favoriet), Moser, Demeijer en Godefroot.
Mede omdat De Vlaeminck topfavoriet is wordt de Brooklyn ploeg zeer nadrukkelijk gevolgd.
Leth geeft echter vanuit een groot aantal invalshoeken een kijk op de koers.
Het is ook niet zomaar een kunstje wat Leth doet. Hij is een echte liefhebber van de koers, want zo doet hij ook jarenlang de Tour voor de Deense TV.
A Sunday in Hell is een prachtig tijdsbeeld en een must voor iedere liefhebber van de historie van de wielersport.
Erg fraai vind ik de shots vlak voor de start. Je kan goed zien dat de grote mannen veel respect voor elkaar hebben.
De film moet gedraaid zijn met een ongelooflijk aantal camera's wat voor die tijd echt wel heel bijzonder was.
Je hebt tijdens het kijken echt het gevoel dat ze overal staan: tussen het publiek, in het peloton, in de karavaan en op de wielerbaan.
De camera's zijn werkelijk overal. De coureurs laten zich gewillig filmen, maar op de stroken is het volle bak. Een koers die snel opent en eindigt met een kopgroep van vier man.
Op de wielerbaan laat een zegezekere De Vlaeminck zich kloppen door een hongerige Demeijer en een al even winst gierige Moser.

In 1976 zat ik voor de TV op het puntje van m'n stoel. Alles in de hoop dat Roger "z'n vierde" (een record) zou pakken. Voor de tragiek van de film is het echter wel fraai dat hem dat (toen) niet lukte en De Vlaeminck mocht nog even een jaar op z'n honger gaan zitten.
Wie deze film kijkt doet dat echter niet en het is 120 minuten genieten en een must voor de Parijs-Roubaix verzamelaar!