donderdag 29 maart 2012

De wielen

Het moderne materiaal van tegenwoordig kan heel veel hebben. Toch kiezen de meeste ploegen en renners voor tubes die een paar millimeter breder zijn.
Een bredere band is namelijk ook hoger. Daardoor kan je met minder druk in de banden rijden. Dat zorgt voor een klein beetje comfort.
Een hoge band heeft natuurlijk ook minder kans op een stootlek.
Het meeste comfort haal je ook uit de banden en renners kiezen ipv de gebruikelijk 23 millimeter nu voor 24 tot 27 millimeter.

Wielen die extreem stijf zijn genieten niet de voorkeur. Toch zien we de laatste jaren meer en meer hoge velgen bij de profs. Natuurlijk heeft dat ook te maken met sponsor belangen.
Een half hoge velg met een soepel tube hoeft geen probleem te zijn.
Toch zijn er legio ploegen die voor traditionele lage velgen gaan.
Gewoon lage velgen en 32 spaken. Natuurlijk een traditionele keuze, maar vooral een met minder risico.
Als een renner met wielen met slechts 18 spaken in een valpartij betrokken raakt en er breekt maar één spaak dan moet er een nieuw wiel komen.
In "De Hel" zit de auto niet iedere keer vlak achter je terwijl het aantal valpartijen waar dit soort dingen kunnen gebeuren vrij groot zijn.
Een 32 (of zelfs 36) spaaks wiel kan wel een spaakje missen. Zet je als renner je rem open en kan je voorlopig voorruit.

Ik ben al meermaals bij de training wezen kijken op de dagen voor de koers. Als ik zie hoe vaak daar hoge velgen kapot worden gereden dan zou ik het risico niet nemen. Zeker niet als ik een echte kanshebber in m'n ploeg zou hebben.
Naast het sponsorbelang is er natuurlijk ook een terugloop in mecaniciens die een fatsoenlijk wiel kunnen spaken.
Wie kan dat nog?
Nagenoeg alle wielen die in de professionele wielersport worden gebruikt zijn namelijk in de fabriek gemaakt.
Wielen zijn een duivels dilemma zoals er zoveel zijn in de Hellekoers.

Een boeiend aspect om volgende zondag eens in de gaten te houden. Overigens zullen er genoeg ploegen zijn die hun speciale wielen aanstaande zondag in de Ronde van Vlaanderen al gaan uittesten.


Foto: Hier een aantal setjes handgespaakte wielen met extra brede bandjes. De wielen staan 
klaar voor de kasseien etappe welke de renners in de Tour van 2010 onder de wielen kregen.

woensdag 28 maart 2012

Road to Roubaix

Om maar gelijk met de deur in huis te vallen: een matige DVD. Zeer matig!
Groot minpunt vind ik het gebruik van foto's die al elders zijn geplaatst. Ik koop ook geen DVD om foto's te bekijken.
Daarnaast zijn sommige stukken langdradig en vooral oppervlakkig.
De lieve mevrouw bij Carrefour de L'Arbre had echt wel een kwart mogen zijn.
De betreffende mevrouw voelt zich helemaal niet op haar gemak. Ze zou meer willen vertellen, maar beheerst het Engels onvoldoende. De interviewer beschikt blijkbaar over onvoldoende empathie om doortastend te handelen.
Ook de wandeling van winnaar Stuart O'Grady van het stadion naar de ploegbus kan terug naar een kwart.
De beelden van de race zijn chronologisch niet correct gemonteerd en verhouding interviews en fraaie beelden uit de koers is helemaal zoek.
De film is uitgebracht door Masterlink. David Deal en Dave Cooper hebben de film met een vrij kleine crew gemaakt.
Toch denk ik dat met de helft van het budget een twee keer zo'n goede film te maken is.
Pluspunt zijn de glimmende ogen van Flecha en van Petegem als ze praten over het op kasseien rijden.

Toch m'n slechts bestede geld aan m'n Parijs-Roubaix hobby.

vrijdag 23 maart 2012

A.S.O.

De afkorting A.S.O. staat voor Amaury Sport Organisation. De A.S.O. organiseert zowel grote sportevenementen voor topsport als voor de recreatieve sporter.De nadruk ligt op wielersport en autosport. Verder hebben ze golf en atletiek standaard in hun aanbod zitten.

Meest opvallende evenementen zijn de Tour de France en de Dakar rally.
Naast de Tour organiseert de A.S.O. een aantal andere meerdaagse wielerkoersen: de Dauphiné, de Ronde van de Toekomst, Parijs-Nice en het Critérium International.
Zelfs buiten Europa zijn ze actief met meerdaagse koersen en hebben ze de Ronde van Qatar en de Ronde van Burkina Faso in hun portefeuille.
Verder heeft de A.S.O. een viertal klassiekers onder haar hoede: Parijs-Roubaix, Parijs-Tours, Luik-Bastenaken-Luik en de Waalse Pijl.

Voor wielertoeristen organiseren ze onder anderen een editie van Parijs-Roubaix en een bergetappe uit de Tour.
De A.S.O. is een machtige organisatie die niet altijd op evenveel sympathie kan rekenen. Geld en macht zijn beslist de sleutelwoorden als je het over de A.S.O. hebt.

In 2011 organiseerde ze voor het eerst een cyclo versie van Parijs-Roubaix. Arrogant als ze waren lieten ze alle deelnemers 75 Euro betalen voor een afgezet parcours.
De vergunningen waren nog niet eens aangevraagd maar het arrogante A.S.O. dacht dat het wel goed zou komen.
Niet dus en om het gebrek aan afzetting te compenseren konden de deelnemers voor slechts 45 Euro een magere versie van Parijs-Roubaix gaan rijden.
Overigens heeft de A.S.O. ook dit jaar geen toestemming om de dag voor de profs een cyclo te houden op een afgezet parcours. Ze hebben nu heel ongelukkig 1 april gekozen voor dit evenement en dat is precies het weekend van de Ronde van Vlaanderen.

Toch aardig om te zien dat zelf zo'n organisatie wel eens op hun vingers wordt getikt.
Neemt niet weg dat ze in mijn ogen binnen de wielersport iets te veel macht hebben. Verschillende koersen bij verschillende organisaties zorgt voor meer diversiteit, maar ook voor een gezond stuk concurrentie.


Foto: Jean-Marie LeBlanc en de A.S.O. zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden.
Deze plaqeutte hangt aan het restaurant aan het eind van Carrefour de L'Arbre.

donderdag 22 maart 2012

The making off....

Met een blog als deze hoef ik natuurlijk op geen enkele manier journalistieke verantwoording af te leggen.
Het is immers een blog.

Daar waar het om interpretatie gaat gun ik mijn hang naar wieler-romantiek een volledige vrije loop.
Of de overwinning van Rosiers nu wel of niet een van de mooiste edities is? Of het moment van Kuiper een van de meest beklijvende is?
Of de sprint van Plankaert? Hoe Museeuw "revanche" nam op z'n knie.
Coppi de Fransen de wacht aanzegde.
Crupelandt in zijn Roubaix wist te winnen. De verbazing over de drie Mapei's die voor de overwinning in de mooiste koers niet mochten sprinten.
Hinault die een strontkoers kwam winnen.
Cancellara een motor gebruikte en Ballerini theater speelde in een sprint met Duclos.
Peter Post z'n baan ervaring omzetten in de snelste ooit.
Duclos op z'n oude dag een buit binnenhaalt wat ik hem zo gunde.
Ballerini met een tranentrekkende Merci de wielerbaan opkwam.
Een moedeloze De Vlaeminck achter ploeggenoot Moser.

Koers is nu eenmaal emotie en bij Parijs-Roubaix is dat in de overtreffende trap aanwezig.
In die emotie mag ik op een blog als deze helemaal m'n gang gaan. HEERLIJK!
Verdwalen in retoriek. Me op laten slurpen door romantiek. Doorslaan in superlatieven en deze nog overdrijven.
Een soort wereldkampioenschap in bijvoeglijke naamwoorden.
Overdrijven als minimalistische poging om de passie voor deze schitterende koers kenbaar te maken.
Een vorm van een totale liefdesverklaring.

Om die sfeer beet te pakken ga ik een paar keer per jaar zelf fietsen in "De Hel".
Zelf het stof happen of de blubber van je gezicht vegen. Zelf een keer in de zuinig druppelende douches staan.
Zelf je polsen kapot schudden in het Bos van Wallers. Je wielen horen kraken op Carrefour.
Zelf een keer een bandje wisselen na en bruusk manoeuvre.
Je bidon achter je horen stuiteren.
Vloeken als een ander je er op een strook niet voorbij laat. Maar vooral vloeken als een ander jouw voorbij wilt. Vloeken? Als het ergens mag dan is het in "De Hel"

Maar naast sfeer heeft een blog als deze ook rekening te houden met feiten. Ik mag zelf bepalen wat ik de mooiste editie vind. Ik mag zelf bepalen wat ik de strafste kasseistrook vind.
Alleen feiten zijn feiten. Carrefour de L'Arbre is nu eenmaal 2100 meter lang en we zijn dit jaar toe aan de 110e editie.
Veel feiten laten zich eenvoudig checken. Een heleboel echter ook niet en dat is een duivelse klus. Over "De Hel" gesproken.

Alle boeken die ik heb over Parijs-Roubaix bevatten fouten. Daar kan ik me wel eens aan ergeren. Maar ik realiseer me door het maken van deze blog hoe duivels lastig het is om het zonder fouten te doen. Feiten zijn genadeloos.
Sommige mini-artikelen ben ik ook best even zoet mee om meerdere onafhankelijk bronnen te raadplegen. Officiële websites, tijdschriften, oude kranten, DVD's, boeken en soms stuur ik iemand gewoon een mailtje.

Toch is de mix (of is het een balans) tussen de passionele emotie en een zorgvuldigheid ten aanzien van de feiten een erg leuk aspect bij het maken van deze blog.

Op deze blog komt regelmatig een verslag als ik als wielertoerist "in het veld" actief ben. Nu eens een plaatje hoe het is als ik in "de boeken" zit te neuzen. Want ook dat is een duivelse klus in de avontuurlijke speurtocht door "De Hel".

woensdag 21 maart 2012

Sean Kelly: 1984

Een van de mooiste edities. De TV uitzending begon 100 kilometer voor de finish. We konden net zien hoe Gregor Braun en Alain Bondue aan een indrukwekkend vlucht waren begonnen.
Dik twee uur reden de twee ploegmaten (Redoute) vooruit in een verre van kansloze poging. De stroken lagen er zeer glad bij. Blubber, modder en veel plassen.
Twee sterke tijdrijders uit die jaren die een flinke kopbeurt niet uit de weg gingen.
Helaas mislukte de coupe. Braun reed lek maar het was vooral Sean Kelly die op een zeer gedreven wijze de achtervolging voerde.

Eerder dat seizoen was Kelly in de andere topklassiekers (Milaan-San Remo en de Ronde van Vlaanderen) op een tweede plaats blijven steken.
Kelly moest en zou een grote koers winnen en zijn zinnen had hij volledig op deze Parijs-Roubaix gezet. Kelly werd - zeker in die jaren - als een wat nuchter en saai persoon bezien maar hij was vooral gedreven. Trainde hard en leefde helemaal voor z'n sport. Wie Kelly de afgelopen jaren wel eens als co-commentator heeft gehoord weet dat Kelly niet alleen serieus is maar ook met de nodig zelfspot van de wielersport geniet.

In de editie van Parijs-Roubaix blijft Kelly alleen over met de brave Rudy Rogiers. Deze is in de sprint tegen Kelly volledig kansloos is.
Bondue redt voor de Redoute ploeg de meubelen door toch nog derde te worden.
Opmerkelijk is de vierde plaats van Johan van der Velde.

Podium 1984
1 Sean Kelly
2 Rudy Rogiers
3 Alain Bondue

Overigens was Kelly dat jaar met een top jaar bezig en datzelfde voorjaar won hij ook nog Luik-Bastenaken-Luik.
Wat zou het toch mooi zijn als er weer eens een coureur opstond die deze twee koersen kwam winnen.

Twee jaar later herhaalde Kelly het kunstje in Roubaix door nog een keer te winnen en in totaal wist Kelly negenmaal een topklassieker te winnen.

dinsdag 20 maart 2012

Ploegen 2012 editie

Gisteren zijn de wild cards voor Parijs-Roubaix bekend gemaakt.

Pijnlijke tegenvaller is die voor Leif Hoste. Hoste wordt er ook niet jonger op en had gehoopt nog een keer te kunnen starten. Geen Accent Jobs aan de start.
Pozzato die bij een goeie dag een aardig potje in de hel kan fietsen is er met Farnese Vini dus bij.
Opmerkelijk is dat door de uitnodiging 1T4I Nederland met maar liefst drie ploegen aan de start zal staan.
Het Duitse Netapp maakt vorig jaar mooi recklame voor Parijs-Roubaix en kwam met zeer veel renners aan de meet.
Dat weten ze in Frankrijk te waarderen en Netapp heeft ook voor 2012 een uitnodiging gekregen.
De overige wildcards gaan naar Franse ploegen waarbij Cofidis en Europcar zeer vanzelfsprekende keuzes zijn.

World Tour ploegen:
AG2R – La Mondiale
Astana Pro Team
BMC Racing Team
Euskaltel – Euskadi
FDJ – Big Mat
Garmin – Barracuda
Greenedge Cycling Team
Katusha Team
Lampre – ISD Ita
Liquigas – Cannondale
Lotto Belisol
Movistar Team
Omega Pharma,Quickstep
Rabo Cycling Team
Radioshack
Sky
Saxo Bank
Vacansoleil

Wildcards:
Cofidis
Saur
Bretagne
Europcar
Team Netapp
Project 1T4I
Farnese Vini

Foto (start Milaan-San Remo 2012): Pozzato dankzij een wildcard
aan de start en met z'n outfit ga je die niet over het hoofd zien.

Milaan-San Remo 2012

In het moderne (na de 2e wereldoorlog) wielrennen is er in Milaan-San-Remo vijfentwintig keer een winnaar over de streep gegaan die ook in z’n carrière Parijs-Roubaix wist te winnen.
Die cijfers liggen op hetzelfde niveau als bij de Ronde van Vlaanderen.
Oppervlakkig gezien misschien opmerkelijk cijfers.
Toch ligt de fysieke gesteldheid die nodig is om Milaan-San Remo te winnen dicht tegen de eisen die we stellen aan een potentiele winnaar voor Parijs-Roubaix.
Een zeer groot uithoudingsvermogen en groot tactisch inzicht.
Dat wil niet zeggen dat we alle winnaars van Milaan-San Remo geschikt zijn om Parijs-Roubaix te winnen. Toch geeft Milaan-San Remo een mooie indicatie wat we de rest van het voorjaar mogen verwachten.
Een prima “smoes” om eens bij de start en de doorkomst van de Poggio een kijkje te gaan nemen.



De koers zou om tien uur starten, maar toen we om half negen op de startlocatie aankwamen stonden alle ploegenbussen al opgesteld.
Alle renners nog in de bus als leeuwen die ieder moment losgelaten kunnen worden. Eigenlijk heeft het zelfs wel iets pervers, iets ranzigs.
Duizenden fans krioelen om de bussen en niemendalletjes van gordijntjes moeten de renners enige privacy geven.
Als renners van naam de bus verlaten gaat dat gepaard met een salvo van camera geluiden, gebiets om handtekeningen en vele "samen op de fotoverzoekjes".
Mecaniciens en verzorgers gaan in de tussentijd onverstoord door met het in orde maken van fietsen en volgauto’s.
Sommige renners maken een praatje, andere rijden zenuwachtig heen en weer. Wat ze ook doen het zorgt voor een langzaam aanzwellende sfeer.
Dit alles opgejaagd door de mircofonist die de renners op het podium ontvangt om het controleblad te tekenen.

Voor de start wordt een minuut stilte gehouden voor de slachtoffers van het tragische busongeluk in Zwitserland. Indrukwekkend als 200 renners en duizenden supports echt stil zijn.


Precies om tien uur vertrokken de renners geneutraliseerd richting het zuiden.
Voor ons het signaal om snel in de auto te springen en eveneens de kust op te zoeken.

Daar sprongen we zelf op de fiets om de finale te rijden. Eerst over de Cipressa en daarna de Poggio op.
Op de Poggio een mooi plekje gezocht om de renners langs te zien komen.
Een klein grasveld, een handje Italianen met een TV trokken ons over de streep om op 1 kilometer voor de top post te vatten.
Een rondje stroopwafels deed het ijs breken en het werd een heel bijzondere wielermiddag.


Twee dikke motoren van de politie waren de eerste aankondiging dat de renners er nu snel aan konden komen.
Vip auto’s en meer motoren en een helikopter zorgde voor een bizar spannende en bijna hallucinante sfeer.
Nog meer auto’s. Nog meer motoren.
De Tifosi die tot nu toe rustig in het gras en op muurtjes hadden gezeten werden massaal nerveus.
Allemaal gespannen gezichten of het hun eigen kinderen en broers gaat die in aantocht zijn.
Het geroezemoes nam toe en er werd druk omlaag gewezen. Hier en daar tussen de vele bloemenkassen zag je al wat ploegleidersauto’s en renners aankomen.
De spanning steeg naar een onwerkelijk niveau. Ieder wilde nu renners zien. De auto van de wedstrijdleiding kwam om de hoek en de aandacht voor de TV was helemaal weg.
Ieder tuurde nu strak naar de bocht. Een Movistar renner. Wie is het?
Dolle paniek onder het publiek.


Is het Valverde? Nee......nee Wie wel. Kan hij dat volhouden?
Vlak achter hem een Liquigas renner. Ook daar vertwijfeling over. Ondanks dat we op een plek staan waar de renners toch al even aan het klimmen zijn stuiven ze werkelijk voorbij.
Twee renners van Rabo leiden de achtervolging.
In hun wiel een aantal kanshebbers waarvan sommige eerder dood dan levend op de fiets zitten. Het is nog 1 kilometer naar de verlossende top.
De Poggio is geen lastige beklimming. Zelfs een ongetrainde wielertoerist rijdt hier vrij makkelijk omhoog.
Maar niet met het een verschroeiend tempo waar deze eerste groep mee omhoog stormt.
Onwerkelijk maar de meeste zitten ook gewoon dood te gaan!


Nadat de eerste 30 renners waren gepasseerd concentreerde ieder zich weer op de TV.
De renners waren inmiddels aan de dolle afdaling begonnen.
Cancellara werd direct herkent evenals Nibali. Toen duidelijk werd dat Gerrans de derde was geloofde de Italianen eigenlijk al niet meer in de kansen van Nibali.
Cancellara had geen andere mogelijkheid meer en zat gevangen. Wellicht de sterkste, maar wielrennen is ook een beetje poker spelen.
In de laatste kilometer werd het nog gruwelijk spannend en de achtervolgers waren zeer kort genaderd.
Nibali, Gerrans en Cancellara mochten niet meer stilvallen en hadden maar net genoeg om met z’n drieën de podiumplaatsen te verdelen.
Tussen vijftien nagelbijtende Italianen stond ik stiekem te hopen dat Cancellara het toch ging halen.
Dat Nibali niet meespeelde werd snel duidelijk.
Cancellara, Gerrans, toch Cancellara, Gerrans.........weg TV-beeld.

De enige Italiaan op de hele Poggio die zich niet kon gedragen wilde ook even meekijken en liep de antenne omver.
Paniek, verontwaardiging en verwarring waren een slot aan deze wielermiddag die niet eens tot frustratie leidde, maar juist voor een passende apotheose zorgde.
Een vorm van dramatiek die juist de wielersport gemaakt heeft wat het is.

Hoe het afgelopen is zullen we nooit weten, maar dat Cancellara klaar is voor de stenenklassiekers dat staat voor mij als een huis........

Fotoalbum Milaan-San Remo 2012

zaterdag 17 maart 2012

Ramon Sinkeldam: espoirs 2011:

Helaas heeft de amateur editie van Parijs-Roubaix nog niet de status van haar grote broer.
We moeten ons dus behelpen met wat amateuristische beelden.
In 2011 won Ramon Sinkeldam van de Raboploeg de U23 editie van de stenenkoers.
Een prachtige prestatie en met wat zoeken zijn daar toch beelden van te vinden. Het is allemaal wat geknutseld en de overwinning zelf slecht in beeld gebracht.
Toch is dit een heerlijk filmpje om naar te kijken.
De onbevangenheid van het camerawerk is symbolisch voor de onbevangenheid van de koers bij deze jonge gasten. Prachtig en hou die Sinkeldam maar in de gaten!

Jasper Stuyven werd als eerstejaars keurig tweede en ook dat is een renner die we de komende jaren goed in de gaten moeten houden.

woensdag 14 maart 2012

Klassiekerbrevet

Het Klassiekerbrevet is een initiatief van Le Champion. Le Champion is een vereniging die zich toespitst op de recreatieve sporter en ze organiseren jaarlijks een groot aantal fiets, loop en wandelevenementen.

Begin jaren 80 zat het toerfietsen enorm in de lift. Toerfietsers gingen meer en meer uitdagingen zoeken en om aan die vraag te voldoen introduceerde Le Champion het Klassiekerbrevet.
Doel van het brevet is alle (stand jaren 80) klassiekers eenmaal te rijden, maar dan wel de volledige afstand.
Het werkt eenvoudig. Je vraagt een set controlekaarten aan en na iedere klassieker die je hebt gefietst laat je de betreffende kaart afstempelen.
Heb je drie klassiekers gereden kan je een souvenirbord aanvragen. Bij iedere volgende klassieker die je rijdt komt er een volgend plaatje bij net zolang tot je compleet bent.
Heb je alle 13 klassiekers dan krijg je een oorkonde met daarop een vermelding van alle klassiekers en in welk jaar je ze hebt voltooid.

Niet van alle klassiekers is er een officiële toerversie. Le Champion vult dit gat op en organiseert regelmatig de ontbrekende klassiekers.
Zelf heb ik veel plezier gehaald uit het behalen van dit brevet. Toch is het brevet de laatste jaren in populariteit weggezakt.

Ik heb daar eens een tijd over na lopen denken en er met een groot aantal toerfietsers eens van gedachten over gewisseld.

Na wat analyse kom ik tot vier oorzaken:
- Economisch
- Specialisatie
- Opkomst cyclo's
- Geen ontwikkeling



Economisch
het behalen van dit brevet is niet alleen een stoer potje toerfietsen. Het is ook een aanslag op je spaarvarken.
Als je alle inschrijfgelden, hotel en reiskosten bij elkaar telt gaat het je niet lukken om onder de 3500 Euro dit brevet te halen.
Voor iemand met een goede baan en geen kinderen wellicht geen bezwaar, maar ook dan een heel serieus bedrag. Het is gewoon een zeer kostbaar project.

Specialisatie
Net als bij de profs zie je bij toerfietsers specialisatie ontstaan. Vroeger reed een prof gewoon alle klassiekers en dat deed je als toerfietser ook.
Joop Zoetemelk is gewoon een keer vierde geworden in Parijs-Roubaix om maar een voorbeeld te geven.
Sommige toerfietsers nemen zichzelf iets te serieus door te denken dat een keer een dagje op de kasseien "hun kansen" in een klimrit worden gehypothekeerd.
Diversiteit is leuk en alle klassiekers hebben hun eigen karakter. Ik prijs mezelf dan ook gelukkig ze allemaal een keer te hebben gereden.

Opkomst Cyclo's
Cyclo's als de Marmotte zijn voor sommige wielertoeristen zo'n belangrijk doel dat er geen ruimte meer is voor iets anders. Als je bij de eerste 25 kan rijden begrijp ik dat maar..............je gaat al die mooie klassiekers toch niet laten schieten om 1734e te worden ipv 1827e? Toch werkt het zo.

Geen ontwikkeling
Helaas is het brevet een klassiek rijtje wat begin jaren 80 heel valide was maar nu fors achterhaald.
Ook de kijk op klassiekers en welke daar onder vallen evolueert in de loop der jaren.
Een topkoers als San Sebastian heeft in mijn ogen op dit moment veel meer recht om in "de 13" te staan dan een failliet Kampioenschap van Zurich.
Het rijtje is in mijn ogen zwaar achterhaald en om jonge mensen te interesseren zal het toch aan moeten sluiten op een modern beeld ten aanzien van de klassiekers.

Een impuls voor het brevet zou het volgende kunnen zijn: 5 topklassiekers die staan vast. De andere 8 worden per jaar bepaald. Zo kan het zijn dat de complete vulling van een bord uit 1988 er anders uitziet dan een van 2012. Je moet echter wel altijd 13 klassiekers rijden om het bord vol te maken.
Zoiets zou veel meer aansluiten op de werkelijkheid en een gebalanceerde actualiteit zou een dergelijk brevet beslist een impuls kunnen geven.
Daarnaast geeft een dergelijk reglement ruimte en lucht naar de toekomst. Ook is het dan interessanter voor hen die een tweede of een derde brevet gaan halen.

Ondanks de hier geschetste kritiek toch de moeite waard voor de wielertoerist die liefhebber van klassiekers is.

Meer info: www.lechampion.nl

maandag 12 maart 2012

Casa Grinta

Tussen Boom en Rumst ligt de kleine deelgemeente Terhagen. Dit vroegere steenbakkersdorp bevat nauwelijks 2500 inwoners en ligt aan de Rupel (zijrivier Schelde).
Deze rivier en de locatie van het dorp zorgt voor de nodige berdrijvigheid maar dat is niet wat ons naar Terhagen voert.

Aan de doorgaande weg ligt namelijk een voor wielersportfans zeer bijzonder restaurant.
Casa Grinta wordt gerund door wielersportfan Paul van Bommel.
Paul heeft een unieke verzameling en deze staat uitgestald op de verdieping boven het restaurant.
Fietsen, truien, trofeeën, boeken, posters, petjes en veel hebbedingetjes.
Nu zijn er meer wielerfans die een zolder vol hebben dus dat is niet zo heel bijzonder.
Speciaal is vooral de inrichting van het restaurant zelf. De opmerkelijke inrichting is verzorgd door twee kunstenaressen: Lut Vandebos en Jasmine Sellier.
Een grote lamp gemaakt van bidon's is direct een eycatcher. Ook de muren verraden dat hier met een groot wielerhart gekookt wordt.
Het meest opvallend zijn toch de tafels. Alle tafels hebben een thema gekregen. Zo is er een tafel van de 6 daagse van Antwerpen (niet ver van Terhagen) en natuurlijk van Merckx.
Mooie thema's zijn natuurlijk de Flandrien en de Ronde van Vlaanderen. Schitterend vormgegeven en prachtig hoe kunst, design en passie voor wielersport een verbinding vinden.
Liefhebbers van Parijs-Roubaix worden niet teleurgesteld. De tafel is werkelijk schitterend.

Paul serveert van donderdag tot zondag een drietal menu's en wie niet zo'n trek heeft kan zich beperken tot het hoofdgerecht.


Gegevens Casa Grinta
Cardinaal Cardijnstraat
2840 Terhagen
tel: 03 888 33 11
http://www.casagrinta.be/

zondag 11 maart 2012

Chemins Ruffécois Classic

Wielertoeristen die hun zomervakantie op willen leuken met een mini Parijs-Roubaix kunnen op 8 juli terecht in Ruffec.
Hier wordt een 100 kilometer lange toertocht verreden met 22 kilometer chemins blancs.
Geen echte kasseien maar ook geen strade bianche zoals we van L'Eroica kennen.
Het parcours is vlak en deze rit lijkt op papier een snoepje van de week voor Parijs-Roubaix liefhebbers.

De stroken hebben overigens prachtige namen:
23-Les Grandes Versennes** (Chenommet) 500m
22-Les Gouffiers**** (Couture) 300m
21-Vieux Aunac**** (Aunac) 1900m
20-Les Deffends*** (Fontenille) 2000m
19-Fontenille** 750m
18-Dolmen des Perottes***** (Fontenille-Luxé) 400m
17-Juillé** 700 m
16-Lonnes* 1400 m
15-Eoliennes de Salles** (Salles de Vn) 300 m
14 -Salles de Villefagnan** 300m
13-Tuzie-Les Ouillères**** 300m
12-Croix-Geoffroy-Courcôme**** 1500m
11-La Clie***** (Raix) 1000m
10-Marais de Rondeau***** (Brettes) 1750m
9-La Charrière**** (Brettes) 1200m
8-Les Sainfraigniers***** (Brettes) 900m
7-Moulin de Marie***** (St-Fraigne) 2000m
6-la Touche Bodet** (St-Fraigne) 500m
5-Grandes Vignes de Bessé*** 600m
4-Fondoume* (Villefagnan) 1000m
3-les Penelles** (Villefagnan) 2300m
2-les Plantons*** (La Faye) 700m
1-Les Vignauds***** (La Faye) 800m

Ruffec ligt 900 kilometer van Utrecht en ligt een kleine 200 kilometer ten zuiden van Tours.

Even kijken of we dat dit jaar al in de agenda gaan krijgen.....

woensdag 7 maart 2012

Andrei Tchmil: 1994

Deze editie ga ik niet snel vergeten. Ik zat zelf in een berghut in Zwitserland tegen de Italiaanse grens aan.
Een late skivakantie en ik was op tijd van de piste gekomen om de koers op TV te kunnen zien.
Mit Schweizerdeutsch commentaren. Dat zingt zo lekker. Jaartje in Zwitserland gewoond dus het ging er in als een fors tablet Zwitserse praline chocolade.

Het was nog 100 kilometer toen ik voor de buis schoof. In de koers was het slecht weer, modder en het was direct helder dat het gemiddelde van deze editie laag zou zijn.
Winterse neerslag, heel veel regen en flinke wind kenmerken deze editie.
Een editie voor jongens die zelf van kasseien zijn gemaakt. Jongens zeg ik? Mannen! Voor jongens was er in deze editie geen plek.
Keiharde mannen zijn het die het in de uitslag halen. Minder dan 50 uitgemergelde coureurs komen op tijd aan in het al duister wordende Roubaix.

Tchmil gaat op ruim 60 kilometer van de streep in de aanval. Ogenschijnlijk een zelfmoordpoging.
Toch heeft Tchmil allang door dat hij aan z'n medevluchters niet veel heeft.
Alleen op pad en het Noord Franse landschap had er nog nooit zo somber uitgezien. Mistroostiger kon bijna niet.
Nat, blubber en koud, maar Tchmil wil maar één ding en dat is winnen in Roubaix. Zelfs als Museeuw fors aandringt en tot een handvol seconden nadert blijft Tchmil gas geven. De benen van Tchmil zullen hebben moeten branden als de hel. Want beetje bij beetje kraakt Museeuw en dat is toch niet een van de minste als het om een potje Parijs-Roubaix gaat.
Tchmil verslapt geen moment en rijdt in een van de meest imponerende solo's naar de overwinning.

Ik zat zelfs voor de TV te klappen. Wat een held! Wat een editie. Wat een overwinning.

Podium 1994
1 Andrei Tchmil
2 Fabio Baldato
3 Franco Ballerini

Prachtig podium met nog twee specialisten die in de blubber overeind zijn gebleven.
Ga er maar eens op je gemak voor zitten want op YouTube heb ik de volledige solo van Tchmil kunnen vinden. Laat je niet door het flauwe zonnetje afleiden als ze in het begin het Bos van Wallers inrijden. Het zonnetje zal snel verdwijnen en het wordt echt nog heel gemeen!

dinsdag 6 maart 2012

Doping in "De Hel"

Ik schreef vorig jaar een stukje over de dopingklassieker Luik-Bastenaken-Luik.
Ik begrijp dat ik daar mensen mee op hun tenen ga staan, maar de cijfers zijn duidelijk.
De uitslagen zijn niet door mij gemaakt en ook de dopingcontroles niet. Het zijn pijnlijke feiten.
Kijk maar naar het rijtje winnaars in de verschillende klassiekers.
In klassiekers als Luik-Bastenaken-Luik, De Waalse Pijl en de Amstel Gold Race komen structureel meer dopingzondaars als winnaar over de streep.
In Ronde van Vlaanderen, Gent-Wevelgem en Parijs-Roubaix niet of nauwelijks.
Laten we wel even een horizon van 15-20 jaar nemen want verder terug waren natuurlijk andere tijden, maar ook dan blijft de balans die kant opslaan.

Koersen waar veel geklommen moet worden wordt gewoon meer geslikt!
Of is het andersom? Dat klimmers een type renner is wat daar gevoeliger voor is?
Ik heb ook eigenlijk niet zoveel behoefte om een andere klassieker zwart te maken, maar ik ben wel van mening dat veel klimkoersen de laatste 30 jaar onnodig zwaar gemaakt zijn.
Opmerkelijk is het wel dat er maar heel weinig renners op totale erelijst van Parijs-Roubaix staan die later een dopingstraf hebben uitgezeten.

Parijs-Roubaix blijft ook op dat gebied een oervorm. Doping heeft dan namelijk niet zo heel veel effect. Je zal je uithoudingsvermogen getraind moeten hebben. De tactiek is nergens zo belangrijk als in deze koers.
Met pillen en spuitjes krijg je geen beter koersinzicht en dat is een belangrijke component is "De Hel".
Van doping ga je niet beter sturen. Van sommige pillen durf je misschien wel meer, maar dan is het gewoon vijf, tien, twintig bochten wachten en lig je wel een keer.

Hinault kan Parijs-Roubaix dan een strontkoers hebben gevonden, maar wie de lijsten erbij pakt zal toch de conclusie moeten trekken dat het de schoonste klassieker is.


Foto: Voor het grote publiek is het al jaren de vraag wie er nog op een bordje pasta een koers wint.

maandag 5 maart 2012

Boek: 100 jaar Parijs-Roubaix

Pascal Sergent is een passionele fan van Parijs-Roubaix en heeft al heel wat boekwerken op het gebied van de wielersport opgeleverd.
Een van z'n meesterwerken is zonder meer 100 jaar Parijs-Roubaix.
Het boek verscheen in 1996 en vijf jaar nadien is een bijgewerkte heruitgave gemaakt.
Het boek 100 jaar Parijs-Roubaix is op afstand het meest indrukwekkende boek wat er over deze koers gemaakt is.
Jean-Marie LeBlanc is in het voorwoord ook niet zuinig met z'n complimenten.

En terecht!

In het boek is van ieder jaar is een zeer uitvoerig verslag gemaakt. Steeds geplaatst in het toen geldende tijdsbeeld.
Bijzondere achtergrondinformatie die in andere boeken niet snel te vinden is. Sergent is echt tot op het bot gegaan. Een mooie metafoor voor winnaars van deze koers.
Want om Parijs-Roubaix te winnen moet alles kloppen. De kleinste details en Sergent verwend de lezer met smeuïge details.
Alle jaren zijn opgesmukt met prachtige foto's en afdrukken van krantenpagina's.
Het is een boek dat eigenlijk één groot avontuur is. Een avontuur over avonturen en vooral een monument over een monument.

Sergent schrijft op een passionele manier over de koers zonder gewenste kritiek uit het oog te verliezen. Maar het is wel duidelijk dat we met Sergent iemand aan het woord hebben die deze koers heel diep in z'n hart heeft ingesloten.

Prachtig, inspirerend, boeiend maar er is vooral één woord op dit boek van toepassing. Een woord dat LeBlanc in het voorwoord op de koers betrekt, maar het geldt zeker voor dit boek: buitenissigheid.
Een beetje vreemd woord, maar het dekt perfect de lading: het is met niets te vergelijken!

Enig minpunt is het ontbreken van een goede index, maar verder een dikke must voor iedere wielerliefhebber.
Bij de echte Parijs-Roubaix fan ligt dit boek gewoon standaard op het nachtkastje.

De recente uitgave is hier en daar nog leverbaar. De eerste editie is tweedehands met een beetje zoeken ook nog aan te komen. Een zoektocht die het zeker waard is.