Veel mannen kozen voor de wielersport als vlucht van de fabriek of akkers.
Gewoon arbeider betekende immers simpele kost, werkweken van 6 dagen, werkdagen van 10 en meer uur. Daarnaast zag je helemaal niks van de wereld.
In hoeverre dit ook voor Gijssels heeft geteld is nu wat lastig te achterhalen. Wel is bekend dat Gijssels in 1931 bij de profs een droom debuut maakte door direct de Ronde van Vlaanderen te winnen.
Nu had De Ronde in die jaren nog niet de status die deze nu heeft, maar ieder wist dat je met Gijssels rekening moest houden.
Zeker toen hij dat kunstje in 1932 herhaalde en er direct een overwinning in Parijs-Roubaix aanplakte en zo "de dubbel" realiseerde.
Parijs-Roubaix winnen was echt een straf staaltje want dit waren de jaren van Gaston Rebry.
Gaston was met een offensief bezig om de eerste "Monsieur Paris-Roubaix" te worden en gaf geen cadeaus.
Overigens was Gijssels niet vies van een stukje fietsen en of het nu honderd kilometer meer of minder was maakte hem niet uit.
Die eigenschap kwam goed van pas en in zijn topjaar 1932 haalde hij ook nog een overwinning in Bordeaux-Parijs.
Toen nam Gijssels op een overdreven manier rust om zich te prepareren voor het wereldkampioenschap.
Eigenlijk is het daarna nooit meer wat geworden met Gijssels.
Met deze kampioen heb ik een beetje zo'n zelfde gevoel als met Fons de Wolf. De eerste paar jaar een aantal prachtige overwinningen en daarna komt zo'n carriere toch niet echt op gang.
Jammer want iemand die in een jaar "de dubbel" weet te scoren die heeft echt heel wat in z'n mars.
Romain liet zich door de teleurstellingen echter niet gek maken en zetten een eigen fietsenmerk op en begon een hotel in Parijs.
Podium 1932
1 Romain Gijssels
2 Georges Ronsse
3 Herbert Sieronski
Foto (Bron BNF): Prachtig sfeerbeeld van de aankomst in 1932. Let eens op de massa publiek. Prachtig!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten