Het was knap dat Museeuw, Bortolami en Tafi met z'n drieën op kop kwamen. Toch was het een schande dat er niet om gesprint werd.
Een criterium geef je weg aan een ploegmaat, desnoods een nationale titel of een Tour etappe, maar Parijs-Roubaix?
Dan sprint je om op leven en dood. Ook al betekend dat je ontslag.
Museeuw had er niet helemaal vertrouwen in en bleef tot het laatste moment zenuwachtig achterom kijken. Maar de twee Italianen fietsten als twee makke schapen op keurige afstand achter Johan over de streep.
Of ze door een mafiabaas waren ingefluisterd dat ongehoorzaamheid in deze "de kogel" zou betekenen.
Vreselijk om te zien. Topsporters - en dat waren ze alle drie - moeten altijd proberen te winnen.
Als een ploegmaat is ontsnapt dan rij je daar niet achteraan maar je remmen dichttrekken op de wielerbaan als je een van mooiste koeren kan winnen.
Onvergefelijk!
Normaal kan ik na een middagje Parijs-Roubaix er nog weken over nagenieten. Niet dit keer.
Onwaardig voor een ploeg als Mapei. Onwaardig voor een kampioen als Museeuw, maar vooral onwaardig voor een monumentale koers als Parijs-Roubaix.
Museeuw en Tafi zetten in volgende edities deze misser recht door als echte winnaar over de streep te gaan.
Bortolami zal echter op z'n honger blijven zitten en die zal van de drie het meest wrang terugdenken aan deze gemiste kans.
Podium 1996:
1. Johan Museeuw
2. Gianluca Bortolami
3. Andrea Tafi
Geen opmerkingen:
Een reactie posten