Pagina's

zaterdag 28 maart 2015

Fabian Cancellara: 2010

Met nog 50 kilometer koers wist de Vlaamse commentator te melden dat het een wat vreemd tussenmoment is. 30 seconden later bleek wat voor een understatement dit zou worden.
Fabian gaat er vandoor en in het voorjaar van 2010 was Cancellara eigenlijk door niemand te kloppen. Dus achtervolgen was zinloos!
Fabian was in het voorjaar van 2010 bezig met een zeldzame lijstje bij elkaar te fietsen. Ook deze Parijs-Roubaix zou hij daar aan toevoegen.

De koplopers die hij voorbij snelde mochten heel even aan hem ruiken maar der Fabian was gevlogen.
Samen met zijn demarrage op De Muur van Geraardsbergen een week eerder riep ook deze prestatie vraagtekens op.
Boze tongen beweerde dat Fabian gebruikt maakte van een elektro motor. Heel internet was er in een paar dagen mee "behangen".
Nu is een dergelijk iets technisch wel haalbaar, maar de realiteit dat het ook wordt toegepast lijkt mij toch ver te zoeken.
Een renner die wanhopig op zoek is naar een overwinning? Die doen rare dingen, maar laat zich denk ik toch liever betrappen met een peertje onder z'n oksel, dan met een motortje onder z'n zadel.

Nu is het niet slecht om vanuit de UCI na te denken over vormen van fraude. Sierlijk zou echter zijn dat dit soort organisaties dat dan doen vanuit een visie en niet vanuit stemmingmakerij in de pers.

Jammer want het is een vlekje op een van de prachtigste solo's naar Roubaix die we ooit gezien hebben.
Cancellara verdient dat soort stemmingmakerij niet, maar heeft de overwinning wel dik verdient!

Schitterend!

Geniet nog even mee hoe Cancellara op "kousenvoeten" aan de haal gaat:



Podium 2010:
1 Fabian Cancellara
2 Thor Hushovd
3 Juan Antonio Flecha

vrijdag 27 maart 2015

Bianchi Parigi-Roubaix 1950

Morgen start in Modena een etappe van de Giro 2012. In de stad zijn al weken diverse activiteiten zoals een aantal exposities van oude racefietsen.
Onder deze fietsen veel bijzondere exemplaren zoals deze Parigi-Roubaix 1950.
Het gaat hier om een model waar Fausto Coppi in 1950 de overwinning mee heeft behaald.
Het versnellingsysteem is van Campagnolo en zou een verbetering moeten zijn ten opzichte van de cambio corsa.
Met de Cambio Corsa werd met een hendel de achteras los gezet. Met een andere hendel kan nu de ketting op een ander kransje worden "gemikt".
Door naar voren te trappen naar een lichtere versnelling en de as "rolde" in de patten naar voren om de kettingspanning niet te groot te laten worden.
Door naar achter te trappen kon de ketting naar een kleiner kransje worden geschakeld en "zakte" de as verder in de patten.
De opvolger van de Cambio Corsa bevat slechts één hendel en Coppi was niet misselijk in z'n kritiek.
Toch wist Fausto er mee te winnen en het systeem werd vanaf dat moment steevast Cambio Parigi-Roubaix genoemd.
In goede staat het neusje van de zalm voor verzamelaars.


Meer oude racefietsen in het fotoalbum Modena Giro stad

Cancellara niet in stenenklassiekers

Vandaag is in de E3 prijs Fabian Cancellara ten val gekomen. De val is dusdanig ernstig dat hij zoals het er nu naar uitziet niet zal deelnemen aan de Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix. Na Tom Boonen de tweede belangrijke smaakmaker die niet aan de start zal verschijnen.


Foto: Zoals het er nu naar uitziet komt er geen vierde plaatje in de legendarische douches.

donderdag 26 maart 2015

Cambio Paris-Roubaix

In de jaren 50 had Campagnolo naast het bekende derailleur type ook een ander versnellingssysteem.
Dit systeem ging over de toonbank als Cambio Corsa.
De bediening ging via twee hendels die op de rechter achtervork waren gemonteerd.
Met een van de twee hendels zetten je de blokgage van het achterwiel los. Vervolgens kon je met de andere hendel naar een ander kransje (4 stuks) schakelen.
Afhankelijk van het op of terug schakelen moest je voor of achteruit trappen.
Schakelde je een kleiner kransje dan "zakte" het achterwiel verder in de extra lange achterpatten.
Schakelde je een groter tandje dan "trok" de ketting het wiel naar voren om ruimte te creëren zodat de ketting op het grotere kransje paste.
Om te zorgen dat het wiel mooi recht bleef waren aseinden en patten voorzien van een vertanding.

Na deze Cambio Corsa kwam Campagnolo met een verbeterde versie met slechts één hendeltje. Coppi was er niet tevreden mee maar won er in 1950 wel direct Parijs-Roubaix mee.
Hiermee was gelijk de naam voor het nieuwe versnellings-systeem geboren.
Lang bleef het echter niet in productie, want de "gewone" derailleur was aan een enorme opkomst bezig omdat deze nu eenmaal veel meer mogelijkheden gaf.
Daarnaast was lek rijden met de Cambio Corsa en Roubaix ook geen pretje en moest je al een halve mecanicien zijn om je fiets weer in elkaar te krijgen.

Op Youtube een filmpje gevonden waar het Cambio Paris-Roubaix systeem wordt gedemonstreerd.



woensdag 25 maart 2015

Loterij?

Over Parijs-Roubaix wordt wel eens gezegd dat het een loterij is. Vooral als de eerste klassiekers zich aandienen wordt dat maar al te graag geroepen.

Natuurlijk is het een koers met de nodige risico's maar wie naar de feiten kijkt moet toch tot een genuanceerder inzicht komen.

Veel valpartijen? Dat valt mee. Kijk eens naar de eerste etappes in de Tour. Dan liggen van de nervositeit de renners om de paar kilometer op het asfalt.
Het woord loterij wordt vooral gebruikt door hen die niet over het vermogen beschikken om over de kasseien te rijden of deze koers onvoldoende doorgronden.

Rijden op kasseien is immers een kunde die niet iedereen beheerst. Je hebt de flyers zoals De Vlaeminck en de stoempers als Moser en Demeijer.
Veel moderne specialisten zitten eerder in de eerste categorie en zoeven over de stenen.

Wie goed is valt niet. Wie goed is rijdt niet lek. Wie goed is zit van voren en heeft geen last van valpartijen. Loterij is een woord bedacht door hen die deze koers niet begrijpen.

Wat voorbeelden van renners die de koers wel begrijpen:

Moser - 13 deelnames, 7 keer podium, 3 keer winst, 10 keer bij de top 10 en slechtste notering een 19e plaats.

Roger De Vlaeminck - 14 deelnames, 1 opgave, 4 keer winst, 10 (!!) keer podium, slechtste notering een 7de plaats!

Tom Boonen - 10 deelnames, 1 opgave, 4 keer winst, 5 keer podium, 8 keer top 10, slechtste notering 24e plaats.

Cancellara - 8 deelnames, 3 keer winst, 4 keer podium, 6 keer top tien, slechtste notering 49e.

Ik zou veel renners tekort doen om een compleet overzicht te maken. Deze blog is er ook niet een van de rijtjes. Rijtjes op deze blog zijn er alleen om iets te illustreren en in bovenstaand schema horen natuurlijk namen als Merckx, Museeuw, Van Petegem, Ballerini, Duclos-Lassalle, Kuiper, Kelly en Demeijer. En als ik verder terug in de tijd ga wordt de lijst bijna eindeloos.

Tientallen renners hebben aangetoond dat Parijs-Roubaix helemaal geen loterij is. Ze hebben JUIST aangetoond dat klasse, keihard trainen, de juiste voorbereiding, doorzettingsvermogen en koersinzicht voor een consistent resultaat in deze koers kan zorgen. Meer dan in welke koers dan ook.

Het is ondenkbaar dat zo'n groot aantal renners zo'n regelmaat in hun rapportcijfers van een koers kunnen overhandigen als het echt een loterij zou zijn.

Of niet?


Foto: Bij een goede voorbereiding hoort een uitvoerige verkenning van het parcours. 
Hier de jongens van Saxo op de donderdag voor de koers in 2011.

maandag 23 maart 2015

Peter Post: 1964

Voor Peter Post heb ik altijd een enorme zwak gehad. Dat begon in 1970. Ik was zelf net 14 geworden en de overstapt gemaakt van de jeugdrenners naar de adspiranten.
We reden op de Coolsingel (Rotterdam) in het voorprogramma van de profs die daar een dernykoers reden.
Post reed tot twee maal toe lek en beëindigde wedstrijd op een van mijn wedstrijdwielen.
Ik ben verre van een handtekeningenjager, maar dit was toch een moment dat ik Post het programmaboekje liet tekenen. Natuurlijk heb ik dat nog steeds.
Ik was er ook bij toen Post z'n zware valpartij maakte op het Siberische hout van Ahoy. Uitgerekend zijn eigen terrein werd het einde van z'n carrière.
Op de baan haalde Post maar liefst 65 overwinningen in zesdaagsen en zeer veel titels waarbij hij vooral liet zien erg hard achter de derny te kunnen rijden. Snoeihard!

Naast zijn successen op de baan was Post bij het grote publiek vooral bekend als de stuwende kracht achter de succesvolle Raleigh formatie.
De successen van deze formatie zijn het op zich al waard een een hele blog aan te wijden.
Denk eens aan de Tour van 1980? 11 etappes en geel in Parijs!
Menig wielerliefhebber kijkt ook met heimwee terug naar deze zeer kleurrijke periode in de geschiedenis van de Nederlandse wielersport.



Foto: Uit m'n persoonlijke plakboeken: Op de Coolsingel in Rotterdam wordt
Peter Post geholpen door Wim Bravenboer met het wisselen van een wiel.
Het voorwiel - wat dus van mij is - was reeds gewisseld.


Veel minder bekend van Peter Post zijn de overwinningen op de weg.
Zonder enige twijfel is zijn overwinning in Parijs-Roubaix de mooiste.

In 1964 hadden de heren er echt zin in. De wind stond uit de goede hoek en het aantal kassseistroken was flink afgenomen.
Neemt niet weg dat je nog wel zelf moet trappen en dat deden de mannen. Niet zomaar mannen maar kleppers als Benoni Beheyt, Simpson, Desmet, Altig, Zilioli, Jan Jansen en Rik van Looy,
Beheyt die tot woede van half België het jaar ervoor wereldkampioen was geworden en heel brutaal Van Looy in de spurt achter zich had gelaten.

Beheyt was de week voor Parijs-Roubaix al tweede geworden in de Ronde van Vlaanderen. Benoni wilde bewijzen dat de regenboogtrui geen toeval was. Toch zou Benoni weer op een tweede plaats eindigen.
De hele dag is het volle bak en een select gezelschap bereikt met een onwaarschijnlijk gemiddelde van dik 45 per uur het velodroom van Roubaix.
Beheyt is bijna zegezeker, maar Post is nog behoorlijk fris en beschikt over de meeste ervaring op de piste.
Vrij makkelijk laat Post z'n medevluchters in de sprint achter zich en met een nonchalant en tikje arrogant gebaar bolt Post met de arme wijd in de lucht over de streep.

Een blik die ik van hem ken toen hij mij wiel wilde lenen. Een blik waar je geen nee tegen zegt.
Peter Post had een enorm charisma en - zoals ze in Vlaanderen zo prachtig zeggen - je ging echt niet met z'n voeten spelen.
Die zondag in April gebeurde dat ook niet en Post haalde z'n mooiste succes op de weg.

Podium 1964
1 Peter Post
2 Benoni Beheyt
3 Yvo Molenaars

Met het gemiddelde van 45.129 won Post tevens de gele wimpel. Dit is en onderscheiding voor de snelste klassieker. Er is inmiddels een aantal keer harder gereden in Parijs-Tours, maar Peter Post heeft nog steeds het record van de snelste Parijs-Roubaix.


Foto: Zelden heeft een ploegleider een merk en een kleur zo op de kaart gezet.
Menig (Nederlands) wielerliefhebber zal ook met weemoed terugdenken aan deze gouden jaren.

Holland Sport

Dit is toch een van de beste sportprogramma's die we de afgelopen jaren in Nederland op TV hebben gehad.
Vorig jaar stond Holland Sport op de strook van Mons-en-Pévèle met een extra goeie (snelle) camera opgesteld en ze hebben er dit weergaloos mooie filmpje gemaakt:

zondag 22 maart 2015

Toertocht Kasseien Vreten 11 april 2015

Dit blijft een erg leuk kleinschalig evenement. Vooral geschikt voor de wielertoerist die persoonlijke benadering weet te waarderen.
Een belangrijk deel van het parcours van Parijs-Roubaix werk je af op de dag voor de grote koers.
Afstanden zijn 65, 115 en 145.
In de 145 zitten zoveel kasseistroken dat je bijna kan spreken van een volwaardige Parijs-Roubaix. De 115 is ideaal voor de wielertoerist die afgelopen winter wat minder aan de conditie heeft kunnen doen. De 65 is vooral bedoel als familietocht maar bedenk: kasseien zijn wel kasseien.

Gestart wordt er in Templeuve en dan bedoelen we het Franse Templeuve en niet het nabij gelegen Belgische dorpje. Omwille van de inkoop van de bevoorrading en het beperken van de administratieve rompslomp op de dag zelf is inschrijven vooraf verplicht.

Ik ben zelf aan het herstellen van blessures en ga dit jaar wellicht een keer de korte Parijs-Roubaix Challenge rijden, maar ga misschien wel helemaal niet die kant op.
ik heb zelf twee keer aan Toertocht Kasseien Vreten deelgenomen en kan deze een ieder van harte kan aanbevelen.

Website Kasseien Vreten
Facebookpagina Kasseien Vreten

Zie ook:
Verslag 2012
Verslag 2013


Foto: Op de dag voor de koers zijn er al veel - vooral Vlaamse - supporters en dat 
geeft een geweldige sfeer en extra kick. (editie 2012)

Carrefour de l'Arbre

2100 meter - 5 sterren

Dit is wellicht de meest cruciale strook van Parijs-Roubaix. Als het hier fout gaat heb je nauwelijks nog kans om het goed te maken. Na deze 2100 meter kasseien is het immers nog slechts 15 kilometer tot aan de finish.
De huidige vorm van Carrefour de l'Arbre zit pas sinds 1980 in de koers, maar de strook is inmiddels een legende op zich.
Dit vooral omdat op deze strook vaak de beslissing valt.
Mannen die niet zo snel in de sprint zijn proberen hier snellere medevluchters te dumpen.
Renners die de zoete smaak van een solo willen proeven wagen hier een laatste kans.


Foto: Hier in het begin van de strook. Let op het hoogteverschil van de kasseien. 
Ook is goed zichtbaar dat "reparatie" met andere kasseien is uitgevoerd.

Het oprijden van de strook is niet zonder risico en in deze bocht kan je een fatale fout maken. Vraag het maar aan Flecha die in 2009 hier z'n kansen verspeelde.
Het eerste deel van de strook is zeer, zeer slecht. Een aantal bochten maken het erg lastig om de juiste lijn te rijden.
Toch zal een ieder die deze strook een aantal keren goed verkend ontdekken dat ook dit deel van Carrefour prima te nemen is.
De zeer slechte sectie met de bochten is ongeveer een halve kilometer lang.
Dan volgt er een halve kilometer die nagenoeg recht is, maar er liggen geen twee kasseien netjes naast elkaar.
Grote verschillen in hoogte en stenen die ontbreken. Dit is een stuk stenen voor de allersterkste. Hier wordt het verschil gemaakt.
Wie sterk is moet hier vol gas geven. De zwakste gaan hier echt overboord. Hier kan je in 500 meter je tegenstanders volledig uitschakelen.
Je mag hier niet aarzelen. Wil je Parijs-Roubaix winnen dan moet je hier vol op het gas.
De bocht die volgt is enorm lastig. Hushovd verspeelde hier in 2009 z'n kansen door deze bocht verkeerd in te schatten.
Als je Parijs-Roubaix wilt winnen moet je deze bocht in een verkenning drie, vier waarom geen tien keer doen.
Aan de binnenkant van de bocht zitten diepe kuilen. Die probeer je te vermijden maar daardoor loop je het risico te ver naar buiten uit te komen.
Deze laatste bocht wordt in de volksmond inmiddels wel de Hushovdbocht genoemd.


Foto: Hier is goed te zien hoe het eerste zeer slechte deel overgaat in de laatste kilometer die er wat beter ligt. 
Goed is ook te zien dat dit een bocht is waar een foutje snel gemaakt is. 
Zeker als het stampvol staat met supporters en je overzicht beperkt is.

Na deze bocht is het nog één kilometer tot aan Restaurant de L'Arbre. Als je het restaurant zo zielig in het verlaten landschap ziet staan, dan vraag je je af welke optimist hier een horecagelegenheid begonnen is.
Het valt overigens niet mee om hier een afspraak te maken. Vaak dicht en rond evenementen alleen voor speciale gasten.
De kilometer tot het restaurant loopt iets op en na 250 kilometer koers doet dat extra zeer.
De kasseien liggen hier wat beter en het publiek schreeuwt je naar het einde. Vaak is het hier toch extra zwaar omdat in negen van de tien gevallen wind op kop hebt.

Wie voor het eerst hier koerst denkt er bij het restaurant te zijn, maar je mag dan nog een voetbalveld tot de provinciale weg.
Nog 100 meter van die verduivelde stenen. Menig renners zal zich hier moedeloos en zuchtend naar het einde slepen.
Geen tijd om bij te komen want 180 meter verder is het de beurt aan de strook naar Gruson.

Carrefour de L'Arbre zorgt altijd voor schade en hier wordt ieder die misplaatst in de kopgroep zit overboord gesmeten. Als een afgedankte bidon gaan ze in de kant.

Niet ieder zal de behoefte hebben hier te gaan fietsen, maar ga er toch eens wandelen. Misschien niet de meest romantische plek om met uw lief te gaan wandelen maar wel boeiend.
In de velden staat immers nog genoeg wat aan oorlogen doet herinneren. Wandel deze strook eens af op een dag dat er geen koers is.
Probeer vanaf de boerenhoeve - waar de renners de stenen oprijden - je eens een voorstelling te maken dat hier gekoerst wordt. Probeer je eens voor te stellen hoe je hier zelf zou fietsen.


Foto: Na het restaurant is het nog 100 meter verduivelde stenen voor je het verlossende asfalt bereikt.

Een prachtige quote over deze strook is van Michel Wuyts: "Dit is de strook waar den Duvel z'n Moortgat opentrekt!" Helaas is dat voor het massaal opgekomen publiek het signaal om iets teveel bier te drinken.
Op deze strook is het jaarlijks namelijk bom en bomvol met supporters en niet een ieder weet zich even goed te gedragen.
Daarom is al een paar jaar tijdens de koers deze strook een biervrije zone. Jammer dat een paar prutsers het voor de rest verstieren.
Neemt niet weg dat een nuchter kijk op Carrefour de L'Arbre überhaupt niet mogelijk is.
Je moet wel een sadist zijn om hier renners te laten koersen. Wie dit in een parcours opneemt had ook regisseur van horrorfilms kunnen zijn. De meeste beschaafde jongens leren hier vloeken. Hier ben je in de achtertuin van de duivel.

Afbeelding: De strook loopt van het dorpje Champin en Pevele naar de D90

Op het restaurant hangt een plaquette dat de strook is genoemd naar Jean Marie Leblanc, maar ieder zal toch liever de inmiddels mythische naam gebruiken: Carrefour de L'Arbre.

Filmpje valpartij Hushovd 2009

vrijdag 20 maart 2015

Ciao Ballero

Wie aan Ballerini denkt komt automatisch terecht bij Parijs-Roubaix. Aan de andere kant als je de uitslagen van Parijs-Roubaix doorloopt stuit je ook meermaals op Ballerini.

Ballerini is altijd een van m'n helden geweest en m'n maag draaide om op de 7e februari 2010 toen ik het nieuws vernam.
Ex-renner, rally amateur, bondscoach, maar vooral echtgenoot en vader van twee kinderen.
Te jong en nog teveel dromen..........

Later in 2010 ben ik ook naar z'n graf gegaan. Dat helpt. Je komt er niet omheen. Het is echt waar.
Ballerini is echt dood!

De uitgave van La Gazetta dello Sport helpt ook bij zoiets een plek te geven. Begrijpen ga je het nooit maar het moet wel een plek krijgen.
Want JOUW helden gaan niet dood!

In Ciao Ballero geeft La Gazzetta in honderd beklijvende pagina's een prachtig, maar ook zeker realistisch beeld van Ballerini.
Tachtig zorgvuldig uitgekozen foto's vertellen het beeldverhaal van Ballerini als jonge prof tot z'n massaal bezochte begrafenis.

Natuurlijk komt Parijs-Roubaix ruimschoots onder de aandacht. Alleen daarom al is dit boekje een must voor de Parijs-Roubaix verzamelaar.
Prachtig fotowerk van Luca en Roberto Bettini. De laatste was trouwens maar net bekomen van de dood van zijn motorrijder tijdens de Giro in 2009.

In het boekje dus ruime aandacht voor Parijs-Roubaix, maar meermaals wordt duidelijk gesteld dat Franco meer in z'n mars had. "Non solo Roubaix!"
In het boekje wordt dan ook ruim ingegaan op de volledige erelijst van Franco.
Vooral met veel fotowerk en de pagina's met droge lijstjes zijn gelukkig compact gehouden.
Uiteraard wordt ook uitvoerig ingegaan om z'n uitzonderlijke klasse als bondscoach.

Franco was een allemansvriend. Oprecht! Niet een opportunist, maar iemand die echt van mensen hield.
Dat beeld wordt door de foto's in dit boekje ook beslist opgeroepen. Een allemansvriend moet je ook een beetje zijn als je een Italiaanse coalitie naar een wereldkampioenschap moet sturen.
Ballerini was een meester in het samensmelten van belangen. Opmerkelijk hierbij is toch wel dat een renner die het in een individuele koers als Parijs-Roubaix het zo goed deed, als bondscoach ineens een enorme overstijgende teamplayer kan zijn.

Franco staat in dit boekje werkelijk met iedereen op de foto en dan begrijp je gelijk waarom zijn dood de Italiaanse wielersport zo geraakt heeft.

Ciao Ballero is een erg fraai eerbetoon dat iedere Ballerini (en PR) fan moet hebben. Met een prijs van net geen 10 Euro heb je ook niet het gevoel dat ze even makkelijk een paar centen aan z'n dood willen verdienen.

Aanrader!

Ciao Ballero

Espace Charles Crupelandt

300 meter - 1 ster

Als Crupelandt vanuit de hemel naar de hel kijkt zal hij toch met een glimlach de strook voor de wielerbaan aanschouwen.
Dat kijken moet dan wel figuurlijk gezien worden want toen Crupelandt in 1955 overleed waren niet alleen beide benen geamputeerd, maar was hij ook nog eens blind.
Vergruisd door wat smokkelklusjes in de Eerste Wereldoorlog heeft deze doorzetter nooit de eer gekregen die normaal een sporter in zijn stad zou krijgen.
Slachtoffer van het arrogante en formalistische Parijs moest Crupelandt na de oorlog z'n heil zoeken bij een kleinere wielerbond.
Uiteindelijk - veel Fransen uit WWI zijn alsnog gerehabiliteerd - kreeg Crupelandt toch de erkenning die hij verdient.
Met twee overwinningen (1912 en 1914) in de stenenklassieker en twee soortgelijke Tour etappes heeft deze inwoner van Roubaix absoluut recht op de laatste strook.
De strook heeft voor de koers geen invloed, maar toch is het een zeer bijzondere en symbolische strook. Van alle winnaars ligt er immers een plaquette in deze strook.
Wat een symboliek: als toekomstig winnaar rij je over alle voorgangers op een strook die genoemd is naar een van de grootste helden uit de begin periode van deze koers. Ook nog iemand uit Roubaix!

Voor Crupelandt zal de strook wat tam zijn, maar het moet dan ook gezien worden als de ultieme vereffening.


Foto: Van alle winnaars ligt er een dergelijke plaquette in deze strook. 
Hier die van Joseph Fisher de eerste winnaar van Parijs-Roubaix.

donderdag 19 maart 2015

De mythe van het materiaal

Er is geen koers waar verkeerd materiaal zo'n genadeloos effect kan hebben dan Parijs-Roubaix. Banden, wielen, speciale frames, dik stuurlint, crossfietsen en speciale zadels. Werkelijk alles wordt door de mecaniciens van topploegen uit de kast getrokken.
Toch ben ik zelf meer en meer er van overtuigd dat we het niet moeten overdrijven. Natuurlijk is de discussie van het materiaal wat tijdens Parijs-Roubaix wordt ingezet een onderdeel van de mythe maar is het echt allemaal zo belangrijk?

We moeten natuurlijk een onderscheid maken tussen een prof die tijdens de tweede zondag van april als eerste op de wielerbaan wil komen of een wielertoerist waar uitrijden doorgaans al meer dan voldoende uitdaging voor is.

Laten we beginnen met de profs. Economische aspecten spellen bij de beste ploegen geen enkele rol, maar marketing en imago des te meer. Ploegen die kandidaat winnaars hebben kunnen aan een hoop extra marketing exposure komen door flink hocus-pocus over het materiaal te doen.
Afgelopen weken probeerde een fietsfabrikant nog de naam Roubaix te kunnen claimen. Het ging om een Amerikaanse fabrikant en Amerikanen hebben nu eenmaal het gevoel dat ze de baas zijn van deze wereld. Toch laat dit naamconflict (ik ben er op deze blog bewust niet op ingegaan omdat ze als genoeg reclame kregen) prachtig zien hoe belangrijk Parijs-Roubaix voor sommige fietsfabrikanten is. Er is ook geen klassieker waar zoveel fietsen naar genoemd zijn. Over alle koersen doen alleen Tour, Giro en WK het beter.
Zodra marketing een belangrijke rol gaat spelen is het als consument verstandig om eens goed te kijken wat wel en niet relevant is.

Zelf heb ik inmiddels met een enorme diversiteit aan fietsen, wielen en banden op het parcours van Parijs-Roubaix gereden. Wat er in mijn ogen overblijft zijn maar drie dingen:
- de hoogte van de band
- bandendruk
- ruimte voor je banden (bij natte edities van belang)

De rest is echt hocus-pocus. Leuk voor filmpje op YouTube om extra reclame te maken. Tom Boonen of Fabian Cancellara winnen op iedere fiets als bovenstaande drie aspecten maar goed geregeld zijn.
Hoge banden betekend dat je brede banden moet nemen want ze zijn nu eenmaal (nagenoeg) rond. Dus kom je op minimaal 25 maar liever nog 27,28 of zelfs 30mm.
Er zijn profs die rijden met crosstubes waar "gewoon" profiel op zit.
Niet alle profs hebben echter de vrijheid over hun keuze voor de banden en soms kan je dat gewoon een overwinning kosten. Zo ben ik er 100% van overtuigd dat Peter van Petegem door gebrek aan vrijheid hij niet uit deze koers heeft gehaald wat erin zat.
Vooral bij TVM moest hij banden (geen tubes) rijden die voor een koers als Parijs-Roubaix gewoon een slechte keuze zijn. Met een andere keuze had hij zeker een keer een kassei vanuit "de Hel" richting de hemel mogen heffen.

Toch is het prachtig als begin april al die nieuwtjes en discussies over materiaal weer de kop opsteken. Ik ga al jaren op de donderdag of vrijdag voor de koers op het parcours kijken en rij een stukje mee met wat profploegen. De meeste rijden gewoon op hoge carbon velgen. Lek betekend dan doorgaans ook wel een kapotte velg, maar voor jongens van dit niveau is dat geen enkel bezwaar.

Ik heb zelf zeker 50 keer op het parcours van Parijs-Roubaix gefietst. Soms een paar stroken, maar ook al vier keer een volledige editie. Nooit iets bijzonders gehad en zelfs belachelijk weinig lek op de hoeveelheid keren dat ik er gefietst heb. Buiten de banden hou ik ook nergens anders meer rekening mee. Als je niet op de stenen kan rijden helpen al die dingen echt geen moer. Mooi voor de verhalen.

Toch mag van mij de mythe in stand blijven. Ik kan daarom nu al uitkijken hoe de pers over drie maanden zich weer door al die ploegen laten misbruiken om extra reclame voor frames, wielen, banden, sturen en zadels te maken. Spannende verhalen over nieuwe snufjes en sommige ploegen zijn afgelopen weken al in de hel wezen testen.

Wielertoeristen die bij hun editie van de Hellekoers niet over een materiaalwagen beschikken kunnen wellicht beter de keus maken om met handgespaakte wielen te rijden met 32 of 36 spaken. Als bij een modern systeemwiel een spaak breekt is de slag doorgaans zo groot dat doorrijden niet meer mogelijk is.
Breek je in een wiel met 32/36 een spaak is en doorgaans niet veel aan de hand en kan je je rit vervolgen.

Verder als wielertoerist gewoon lekker brede banden nemen en er zo weinig lucht in doen dat je net niet op de velg kan stoten. Met een los wiel kan je dat testen op de deurpost door het wiel er horizontaal tegen aan te drukken door bruusk met je volle gewicht de band in te drukken.


Foto: Profs tijdens de verkenning van 2010. Let op de 16 spaaks wielen! Was echter geen garantie 
voor parourskennis en ze begrepen als snel dat ze wat dat betreft bij ons in goede handen waren.

woensdag 18 maart 2015

Bijnamen

Is het je wel eens opgevallen dat het juist de winnaars van Parijs-Roubaix zijn die aansprekende bijnamen hebben gekregen?
Het zal verre van compleet zijn maar hier een leuk begin.

Ook leuk om te horen welke bijnamen jullie het mooiste vinden. Zet gerust een reactie onder dit blogje!

Hippolyte Aucouturier - De Verschrikkelijke
Greg Van Avermaet - Avi
Tom Boonen - Tornado Tom / De Bom van Balen
Fabian Cancellara - Spartacus, Platwalser
Fausto Coppi - Il Campionissimo
Henri Cornet -  Le Rigolo (de Joker)
Charles Crupelandt - De Stier van het Noorden
François Faber - De reus van Colombes
Bernard Hinault - Le Blaireau (de das)
Sean Kelly - King Kelly
Hennie Kuiper - Goudekuipje
Rik Van Looy - De Keizer van Herentals, Rik II
Eddy Merckx - De Kannibaal
Johan Museeuw - de Leeuw van Vlaanderen
Francesco Moser - Checco
Georges Passerieu - l'Anglais du Paris (The Englishman from Paris)
Henri Pélissier - Man van IJzer (Fil de Fer)
Peter Van Petegem - De Zwarte van Brakel, De Peet
Peter Post - De Lange
Jan Raas - "Amstel Gold" Raas
Gaston Rebry - Monsieur Paris-Roubaix, De bulldog
Rik Van Steenbergen - Grote Rik, Rik I
O'Grady Stuart - Stuey
Andrea Tafi - Il Gladiatore, Il Locomotiva
Roger De Vlaeminck - Monsieur Paris-Roubaix, Le Gitan



Foto: Hoe mooi sommige bijnamen ook zijn............in officiële publicaties worden toch de echte namen gebruikt. 
Boven de bar van Cafe Au Pavé op het complex van het velodroom van Roubaix.

Stuart O'Grady: 2007

De tragiek van de sterkste ploeg (CSC) leverde toch nog de overwinning op. Cancellara was na zijn overwinning van het jaar daarvoor huize hoog favoriet.
Ook ploegmaat Lars Michaelsen was goed op stoom en reed wederom erg sterk in "De Hel".
Lars was bezig aan z'n laatste koers en wilde nog één keer vlammen.
Nog één keer presteren voor het sterke collectief van CSC wat in die jaren een bijna sektarische club was.
Helaas viel Lars en kon hij niet meer bij de kop komen. Cancellara was in de kop weggevallen en kon het resultaat van 2006 niet evenaren.

Voor CSC een tegenvaller maar O'Grady zou alles toch nog rechtzetten.
In een zomerse editie gaat hij even buiten Cysoing aan de haal.
O'Grady beschikt over een zeer sterk eindschot, maar ging toch het risico van een sprint liever uit de weg.
In een solo van 25 kilometer stormde hij naar Roubaix. Zijn wereldtitel achtervolging (1995) kwam nu goed van pas.
Zeer sterk en met veel overtuigingskracht gaat hij over de stenen en z'n overwinning komt niet één keer in gevaar.
Met gebalde vuist rijdt hij z'n ererondje met bijna een minuut voorsprong op de achtervolgers.

Opmerkelijk in de uitslag is de achtste plaats van Enrico Franzoi. Deze Italiaanse veldrijder gaf minder dan een minuut toe op de winnaar. Jammer dat hij de daaropvolgende jaren met dat resultaat verder niks gedaan heeft.

Puike overwinning van O'Grady!

Podium 2007
1 Stuart O’Grady
2 Juan Antonio Flecha
3 Steffen Wesemann

maandag 16 maart 2015

Een kleintje Roger

Dit miniatuurtje heb ik gekocht op de beurs in Gaiole welke gehouden wordt op de dagen voor L'Eroica.
Roger de Vlaeminck in pocket formaat. Roger De Vlaeminck wist vier keer Parijs-Roubaix te winnen waarvan maar liefst drie keer in de kleuren van Brooklyn en rijdend op een Gios Torini Super Record.
Kenners weten natuurlijk gelijk om welke editie het hier gaat.

Gewoon leuk voor in een verzameling.

zondag 15 maart 2015

Gedicht: Daan de Ligt

De klassieker van de kasseien, regen, stof en blubber. Van somber Noord Franse plaatsjes. Als dichter heb je niet veel nodig en deze koers is meer dan eens een inspiratiebron voor taalkunstenaars geweest.
Deze vind ik zelf een van de mooiste:

Parijs-Roubaix (Daan de Ligt)

kasseien, regen, kou … een helse reis
‘La douce France’ ligt niet in het noorden
de beulen die hun eigen lijf vermoorden
betalen voor hun brood de hoogste prijs

ontvluchten zij een volger met een zeis
of is hier sprake van een groep gestoorden
die malend deze troosteloze oorden
verwisselt met het aardse paradijs

de winnaar juicht, krijgt knuffels van een miss
en schudt blijmoedig uitgestoken handen
vol onbegrip aanschouw ik het festijn

de meet ligt in een stad vol droefenis
Roubaix …mijn God, geen ziel wil er belanden
geen zinnig mens wil daar als eerste zijn

(uit de bundel 'Gedichten uit het ballenhok')

Gilbert Duclos-Lassalle: 1992 en 1993

Iedereen heeft z'n favorieten coureurs. Bij sommige wordt dat wat chauvinistisch ingegeven. Andere door een sponsor waar ze sympathie voor hebben.
Bij mij komt mijn sympathie voor bepaalde renners vooral voort uit hun gedrevenheid.
Trainingsbeesten en commitment zijn dan sleutelwoorden. Als we naar de laatste 50 jaar kijken dan hebben we het over De Vlaeminck, Moser, Ballerini, Kuiper, Hincapie, van der Poel, Tafi maar vooral Gilbert Duclos Lassalle.

Wat is dat een heerlijke vent!

Afkomstig uit de uitlopers van de Pyreneeën maar vooral succesvol in "Le Nord".
Ik heb Duclos-Lassalle altijd een pracht coureur gevonden. Lastig als hij het dan andere van je helden lastig maakt.

1992 Eindelijk
Ik veerde helemaal op toen Gilbert in 1992 z'n eerste Parijs-Roubaix won. Kippenvel! Sinds 1978 had deze held zich gegeven in "De Hel" en nu was er de beloning.
De grote beloning!

In 1980 was Duclos-Lassalle al eens tweede geworden achter een ontketende Moser. In 1983 weer een tweede plaats en nu was het Hennie Kuiper die voorkwam dat Duclos-Lassalle in Roubaix kwam winnen.
Duclos-Lassalle reed altijd een korte uitslag in "de Hel".
Toch was hij in 1992 al vijftien (!!!) jaar prof toen hij z'n eerste zege behaald in Parijs-Roubaix.
Het zolang proberen in je favoriete koers. Geweldige rapportcijfers neer kunnen leggen en..............en.......niet die hoogste tree.
Niet die sokkel met die kassei. Niet die koppen in de krant. Niet de complimentjes van collega's.
Hoe prachtig is het dat zo'n vent dan keer op keer toch gemotiveerd in Compiègne aan de start gaat staan. Het weer probeert.
Misschien een ander type tubes. Een andere voorbereiding. Een andere tactiek.
Kan allemaal zijn, maar Duclos-Lassalle beschikte vooral over volharding. Heel veel volharding.
Het is ook ondenkbaar dat er iemand het Gilbert niet gunde toen hij op zondag 12 april solo de wielerbaan op kwam rijden.
De Fransen werden bijkans helemaal gek want Duclos-Lassalle was ook nog eens het nationale knuffeldier.
Een status die je in Frankrijks niet snel verdient. Fransen zijn best chauvinistisch, maar om een knuffelheld te worden moet je toch wel wat bij ze losmaken.
Dat deed Gilbert op deze zondag. Menig wielerfan heeft bij de TV toch even moeten slikken en de ogen zullen best even aangedrongen hebben om wat tranen te laten.
Bij mijn prikte ze ook even. Wat een prachtig sportmoment!

Podium 1992
1 Gilbert Duclos-Lassalle
2 Olaf Ludwig
3 Johan Capiot

1993 IJzingwekkend
Een jaar later deed Gilbert het nog even dunnetjes over. Alleen nu was het een stuk lastiger.
Ook voor mij als toeschouwer was het een stuk lastiger. Duclos-Lassalle kwam namelijk samen met Franco Ballerini de wielerbaan oprijden.
Ballerini had al een paar jaar op de deur geklopt en laten zien dat hij uit het juiste hout gesneden was om de Koningin van de Klassiekers een keer te winnnen.
Op de wielerbaan gaat de bel voor de laatste ronde en als supporter van beide renners zit je nerveus voor de buis.
Natuurlijk gaat een van je helden winnen maar............er gaat ook een van je helden verliezen.
Je probeert in 500 meter een keuze te maken. Gilbert, Franco, Gilbert, Franco.
Ik zie ze over de pompeuze baan rijden en frommel de laatste chips naar binnen en neem nog gehaast een slokje cola.
Gilbert, Franco, Gilbert, Franco.................... 
Ik bedacht dat Gilbert met zijn staat van dienst best wel twee keer deze koers op z'n erelijst mag hebben. Ik bedacht dat het tijd was voor Ballerini om definitief door te breken.

Vervolgens bedacht ik dat ze het maar samen uit moesten vechten. Zoek het maar uit. Je neemt even emotioneel afstand om een nakende teleurstelling aan te kunnen.
Je hoopt dan op een sprint waarbij het resultaat een dikke fiets verschil is. Dan is er geen kater. Dan weet je dat het zo was. Dan was een van de twee op afstand de sterkste.
Nu maakte beide heren er een triller van. Met minimaal verschil gingen ze over de streep.
Ballerini gooide direct de handen in de lucht.
Ik gunde het hem maar was er niet zo zeker van. Met een opera alsof er niet zoiets als een fotofinish is probeerde Ballerini niet alleen zichzelf, maar iedereen te overtuigen dat hij en niemand anders de winnaar was.
Ballerini was geen onsportieve renner, maar in een aantal deelnames had hij geproefd dat hij deze koers ooit zou gaan winnen. Wat wilde hij graag dat dit waar zou zijn.

Ooit maar niet die dag. De camera's waren meedogenloos.

Duclos-Lassalle mocht plaats nemen op het hoogste schavot. Een verdiend winnaar en ieder had gezien dat Ballerini klaar was om deze koers zeker een keer te komen winnen.

Podium 1993
1 Gilbert Duclos-Lassalle
2 Franco Ballerini
3 Olaf Ludwig

Als renners zoals Duclos-Lassalle stoppen met koersen heb ik altijd een beetje het gevoel dat de wielersport een beetje dood gaat.

Wat een vent, wat een coureur, wat een held!

Foto: De kasseistrook even buiten Cysoing is vernoemd naar onze Franse held. 
Links van de weg staat bij het oprijden van de kasseien dit fraaie schild.

Bij Ballerini was de teleurstelling enorm groot. Op de vraag waar het fout ging antwoorden Franco heel emotioneel: "Dat ik ooit aan wielrennen ben gaan doen"
Hij bezwoer nooit meer in Roubaix te verschijnen.
Gelukkige heeft Franco zich niet aan z'n woord gehouden en heeft z'n hart (Franco hield van koers) het van de teleurstelling gewonnen.
Neemt niet weg dat deze prachtige overwinning van Duclos-Lassalle voor Franco even een forse mand zure appels was.

zaterdag 14 maart 2015

The Big 5

Nee ik ga het niet over persoonlijkheidskenmerken hebben. Die worden namelijk binnen sommige modellen ook opgedeeld in big 5.
Ook ga ik het niet hebben over de grote vijf beesten die je in het wild tijdens een safari moet zien: leeuw, olifant, buffel, neushoorn en luipaard.

Het gaat hier natuurlijk om klassiekers. Tegenwoordig wordt iets nogal snel klassieker genoemd.
De titel klassieker is helaas wat gedevalueerd.
Daarom introduceer ik graag het begrip top-klassiekers.
Want wees nu eerlijk. Als renner mag je kiezen:
Een overwinning in Milaan-San Remo of in de Amstel Gold Race?
De Ronde van Vlaanderen of Gent Wevelgem?
Luik-Bastenaken-Luik of in de Waalse Pijl?
Parijs-Tours of in Parijs-Roubaix?
Ronde van Lombardije of HEW Classic?

Strikt genomen zijn er maar vijf top klassiekers. Hier in volgorde zoals ze op de kalender staan:
- Milaan-San Remo
- Ronde van Vlaanderen
- Parijs-Roubaix
- Luik-Bastenaken-Luik
- Ronde van Lombardije

De eerste vier worden in het voorjaar gereden en de laatste in het najaar. Deze top-klassiekers worden ook wel de monumenten van de wielersport genoemd. Mooie naam: monumenten!

Een indrukwekkend rijtje klassiekers als je dat op je erelijst hebt staan. Het is echter tot nu toe slechts drie coureurs gelukt alle drie deze monumenten te winnen:

- Rik Van Looy
- Eddy Merckx
- Roger De Vlaeminck

Dat is wel een rijtje waar je tussen wilt staan. Helaas dwingt de moderne wielersport (lees sponsors) renners meer en meer in een specialistisch rol.
Daardoor is het lastig om zo'n diversiteit aan koersen te winnen.
Toch mag de wielersport zich gelukkig prijzen dat er zo nu en dan renners zijn die er van dromen om in dit rijtje te komen. Dat ook hardop uit durven spreken!

Toch zijn er gelukkig renners die deze ambitie min of meer hebben uitgesproken. Cancellara, Sagan en Gilbert lonken wel degelijk naar The Big 5.

Foto: Bij de Ronde van Lombardije moeten de renners over de Ghisallo. Een pittige beklimming 
vanuit Bellagio (Comomeer) die voert langs het legendarische kapelletje.

vrijdag 13 maart 2015

Terugblik 2014

Voor we echt gaan warmlopen voor de editie van 2015 is het goed om nog eens terug te kijken hoe het vorig jaar ging.
Een koers om je vingers bij af te likken en voor de fans van het Nederlandse wielrennen had Niki Terpstra een mooie opsteker.
Genieten dit filmpje!

La Legende

Deze prachtige documentaire duurt maar liefst 50 minuten. Schitterende oude beelden en voor de echte fan van Parijs-Roubaix is dit genieten. Ik ben iemand van soms wat veel woorden maar in dit geval zou dat echt misplaatst zijn. Prachtig!

donderdag 12 maart 2015

Ploegen in 2015 editie

De team's welke deel zullen nemen aan de 113e Parijs-Roubaxi zijn bekend. Naast de UCI World Team's zijn er acht wild cards door de ASO uitgedeeld.

UCI World Team's
AG2R La Mondiale (Frankrijk)
Astana Pro Team (Kazachstan)
BMC Racing Team (USA)
Etixx - Quick Step (Belgie)
FDJ (Frankrijk)
IAM Cycling (Zwitserland)
Lampre - Merida (Italie)
Lotto Soudal (Belgie)
Movistar Team (Spanje)
Orica GreenEDGE (Australie)
Team Cannondale - Garmin (USA)
Team Giant - Alpecin (Duitsland)
Team Katusha (Rusland)
Team Lotto NL - Jumbo (Nederdland)
Team Sky (UK)
Tinkoff - Saxo (Rusland)
Trek Factory Racing (USA)

De volgende ploegen hebben een wildcard gekregen:
Bora - Argon 18 (Duitsland)
Bretagne - Séché Environnement (Frankrijk)
Cofidis, Solutions Crédits (Frankrijk)
MTN - Qhubeka (Zuid Afrika)
UnitedHealthcare Pro Cycling Team (USA)
Team Europcar (Frankrijk)
Topsport Vlaanderen Baloise (Belgie)
Wanty – Groupe Gobert (Belgie)


Foto: De BMC ploeg is al een aantal jaren een vaste waarde en zal ook dit jaar weer present zijn. Hier tijdens de recon in 2011

Eddy Merckx: 1970

Dit is de tweede van de drie overwinningen die Eddy in Parijs-Roubaix wist te behalen.
Voor volgers van Eddy en deze koers een van z'n mooiste overwinningen.
Na afloop werd een week lang Merckx in de pers bewierookt en de schrijvende pers struikelde over elkaars superlatieven.
Collega renners spraken hun verbazing uit over de enorme voorsprong die Merckx wist te behalen. De grootste naoorlogse voorsprong!
De belangrijkste tegenstanders van Eddy die dag waren: pech, het weer en de Flandria brigade.
Meermaals moest Merckx van de fiets vanwege een defect, maar hij liet zich niet intimideren door iets onbenulligs als een lekke band.
Van het weer leek Eddy ook geen last te hebben. In korte mouwen over de kletsnatte kasseien in een editie die als bijzonder de boeken ingaat.
Het ijzersterke Flandria blok werd door Merckx stuk voor stuk in mootjes gehakt.
Solo op de wielerbaan en het duurde ruim vijf minuten voor Roger De Vlaeminck zich kwam melden. Een nette prestatie van De Vlaeminck en een spectaculaire progressie ten opzichte van z'n debutjaar (1969) toen hij vijfde werd.
Hoewel De Vlaeminck net als de rest goed op z'n donder van Merckx had gehad, was het duidelijk dat we hier met een toekomstig winnaar te maken hadden.

Overigens was De Vlaeminck enorm teleurgesteld in z'n eigen prestatie. Met z'n hart op z'n tong bezwoor hij het de week erop recht te zetten.
De omstanders probeerde Roger nog wat de dimmen. De week erop was Luik-Bastenaken-Luik. Strikt genomen veel meer een koers voor Merckx dan voor De Vlaeminck.
Toch maakte De Vlaeminck z'n belofte waar en kwam in Luik als winnaar over de streep. Merckx werd derde!.
Die overwinning zal zeker goed gesmaakt hebben maar de uitslag van Parijs-Roubaix 1970 werd er niet teniet mee gedaan en de cijfers gingen keihard de boeken in.

Wie van rijtjes houdt? Deze hoort zeker in de top tien van de grootste staaltjes van Merckx.

Podium 1970:
1 Eddy Merckx
2 Roger De Vlaeminck
3 Eric Leman

Foto: In Kluisbergen bij de kerk hangt deze fraaie plaquette omdat Merckx op dat grondgebied z'n laatste
 koers heeft gereden. Het monument is tevens het startpunt van de fraaie Eddy Merckx fietsroute. 
Kleine 50km met pittige beklimmingen en de route is met bordjes uitgezet.

Leon Van Daele: 1958

Het werd met 33 gemiddeld een van de langzaamste edities van na de oorlog. Dat zorgde ervoor dat een zeer omvangrijke groep zich op de wielerbaan kwam melden.
Op het moment dat er niet al te hard gekoerst is dan zijn het de meest zuivere sprinters die de meeste kansen hebben.
Zeker zij die ook nog een beetje ervaring op de baan hebben.

Bij de bel gingen maar liefst 25 man de laatste ronde (500 meter) in. Hierbij een aantal grote kampioenen en een aantal zeer snelle mannen:
Naast Van Daele waren dat Poblet, Van Looy, Van Steenbergen, Forestier, De Bruyne, Janssens, Hassenforder, Impanis, Zagers, Dupont, Derijcke, Schotte, Anquetil, Van Gompel, Cerami, Truye, Verplaetse, Barone, Elliot, Pardoen, Molenaers en Schoubben.
Als ik goed geteld heb zaten er elf (11!!!!) Parijs-Roubaix overwinningen in deze kopgroep!
Als je dan razendsnelle mannen van Van Looy, Poblet en Van Steenbergen weet te kloppen ben je geen kleine jongen.
Kenners keken niet op van de overwinning van Van Daele . Zeker niet na z'n derde plaats in 1957.

Toch zal Leon Van Daele bij het grote publiek geen bekende naam zijn. Jammer want Leon liep altijd met een glimlach in het rond. Er zijn bijna geen foto's waar hij niet op lacht. Altijd een glimlach. Maar ook altijd netjes gesoigneerd. Tot in de puntjes!

Leon heeft overigens naast Parijs-Roubaix een keurige erelijst bij elkaar gefietst waar menig modern prof jaloers op zal zijn.
Zo won Van Daele onder andere Parijs-Brussel en driemaal het Vlaams Kampioenschap, wat met de tegenstand in die jaren een hoogstaande overwinning was.
Verder staat op z'n erelijst Nokere koers, tweemaal Kuurne-Brussel-Kuurne en Gent-Wevelgem.

Dat Van Dale iets heeft met Roubaix blijkt uit zijn overwinning als debutant in Roubaix-Kassel-Roubaix.
Een stoere vent met een eeuwige glimlach, een prachtig erelijst met 88 overwinningen in een dozijn jaren als profwielrenner.
Maar de mooiste overwinning van allemaal zal altijd blijven zijn perfecte sprint op de wielerbaan van Roubaix.

Podium 1958
1 Van Daele
2 Miguel Poblet
3 Rik Van Looy

Het filmpje is helaas zonder geluid en zelfs Leon moet even serieus kijken. Op 2:25 zie je hoe de renners de Cote de Doullens beklimmen. Een beklimming die toen nog deel uitmaakte van het parcours.
Daarna is ook mooi om te zien dat in het kantje rijden heel wat lekke banden op kan leveren.

woensdag 11 maart 2015

Tom Boonen niet in voorjaarsklassiekers

Een knullige valpartij in Parijs-Nice zorgt ervoor dat Tom 12 april niet voor een uniek record kan gaan zorgen. Een zware blessure aan de schouder en een breuk in de elleboog vergen een te lange herstelperiode om in Compiegne aan de start te verschijnen.
Met namen in koers als Parijs-Roubaix, de Ronde van Vlaanderen, E3 Prijs en Gent-Wevelgem kijken de fans van Tom uit naar zijn onaflatende inzet om er mooie koers van te maken.
Misschien valt het nog mee maar zoals het er nu naar uitziet gaat Tom de komende 8 weken vooral herstellen.

Van hier alle goeds en beterschap voor Tom en we zullen hem zeker missen.


Foto: In 2012 was Tom voor de vierde keer de beste en kwam daarmee op gelijke hoogte als Roger De Vlaeminck.

dinsdag 10 maart 2015

Francesco Moser: 1979

Een jaar eerder had Moser z'n eerste overwinning in Parijs-Roubaix behaalt. Toen met enige dank aan ploegmaat De Vlaeminck.
In 1979 waren Moser en De Vlaeminck geen ploegmaten meer en Moser wilde niks liever dan de stenenkoers nu helemaal zelf winnen.
Net als in 1978 had ook nu De Vlaeminck weer Milaan-San Remo gewonnen. Een koers waar Moser als Italiaan maar op z'n honger bleef zitten.
Hoewel Moser Gent-Wevelgem had gewonnen moest er een dikke vis binnen worden gehaald en welke vis is nu dikker dan een overwinning op het velodroom.

In de finale ontstaat er een kopgroep met Moser, De Vlaeminck, De Meijer en Kuiper.
In hun carrières samen goed voor negen overwinningen in deze koers.
Een kopgroep om van te dromen, maar de boel blijft niet lang samen.
De laatste drie vallen alle weg door lekke banden en Moser lijkt de overwinning in de schoot geworpen te krijgen.
Niet helemaal want ook Moser voelt de lucht uit een van z'n banden lopen in deze zeer stoffige editie.
Moser heeft mazzel dat de mecanicien niet ver is en zit razendsnel op een nieuwe fiets.

In zijn bekende hoekige maar zeer krachtige stijl maalt hij naar de laatste bevrijdende kilometer.
In de achtervolging zijn De Vlaeminck, Kuiper en een opmerkelijk sterk koersende Zoetemelk samen gekomen.
De drie komen te laat en zullen moeten spurten voor de overige twee podiumplaatsen.
Prachtige prestatie van de beide Nederlanders.

De Vlaeminck stond bij deze editie voor de zesde keer onafgebroken op het podium.

Podium 1979
1 Francesco Moser
2 Roger De Vlaeminck
3 Hennie Kuiper

maandag 9 maart 2015

Pavé Marc Madiot

1400 meter - 3 sterren

De strook heet officieel Beuvry-la-Forêt naar Orchies maar dankzij twee overwinningen van Marc Madiot is de strook naar hem vernoemd.
Andere naam voor de strook is Chemin du Moulin en de officiële naam voor de straat volgens Google is Rue Charles Fion.
Bij het oprijden van de strook staat aan de rechter kant een klein zuiltje van kasseien met een tekstschildje met Pave Marc Madiot.


Foto: Fietsmaatje Ingmar tijdens de toertocht Kasseienvreten 2012 op de zaterdag voor de profkoers. 
Normaal hangt het spandoek er natuurlijk niet maar het kasseizuiltje is een vaste waarde!

De strook loopt parallel aan de A23 even ten oosten van Orchies. Het eerste stuk loopt gemeen omhoog en de kasseien liggen hier zeer rommelig. Door de bomen is het hier bijna altijd vochtig en het paadje aan weerskanten is daarom meestal zeer glibberig.
Het tweede deel is een stuk milder maar de drie sterren die deze strook heeft gekregen voelt - zeker als je er zelf fietst - toch wat zuinig aan.

Vooral tijdens natte edities zijn de eerste 800 meter een ware uitdaging. Bedenk dat als je hier bent aangekomen de 200 kilometer kaap al aardig in de buurt komt en je al goed 30 kilometer kasseien op hebt zitten.
Dit - en de twee stroken vlak na Orchies - zijn toch momenten waar het gaat kraken want de 200 kilometer blijkt keer op keer een heilige grens. Voor veel profs toch een grens die ze moeilijk verteren.


Foto: Op een zonnige dag op het eerste gezicht een vredig laantje maar geloof me.....
al na een paar meter laat deze strook haar tanden zien.

Fiets je hier als wielertoerist moet je ook niet teveel na gaan zitten denken. Het is immers nog bijna 70 kilometer tot de finish met een kleine 20 kilometer kasseien en dat zijn niet de minste.

Madiot zal zich beslist trots mogen voelen dat deze strook naar hem is vernoemd, alleen als ik Marc was ging ik er minimaal een halve ster bij versieren.


Kasseistroken Parijs Roubaix weergeven op een grotere kaart