Als knul van 13 was ik in 1970 begonnen met koersen bij de Pedaalridders. Deze club had haar parcours in de Spaanse Polder en dat bestond voor een groot deel uit...........kasseien.
Na m'n diensttijd overgestapt naar de wielertoeristen en al rap klassiekers als Omloop Het Volk (tegenwoordig Omloop Het Nieuwsblad) en de Ronde van Vlaanderen gereden.
In die jaren nam ik deel aan het klassiekerbrevet waarbij het de bedoeling is dat je de 13 grootste eendagskoersen als toerversie minimaal één keer fietst.
Dus ook Parijs-Roubaix. In 1986 nog even voorruit geschoven maar in 1988 was het dan zover.
Met een bus fietsvrienden ging het richting start. Onze groep (25 man?) was te groot om de hele rit bij elkaar te houden.
Zodra de eerste kasseien kwamen viel de groep dan ook uiteen. Sommige hadden simpelweg moeite met de stenen en weer andere reden lek.
Met 25 man moet je bij lekke banden niet op elkaar gaan staan wachten. Dan gaat het echt donker worden bij de aankomst.
Het parcours in die jaren leek al in grote mate op het parcours zoals het nu is. Vooral het stuk vanaf Orchies is nagenoeg gelijk aan hoe dat nu is.
Toch zat er maar 36 kilometer kasseien in deze rit. De laatste editie was het dik 50 kilometer. Dat scheelt meer dan een slok op een borrel.
Toch was het in 1988 een onvergetelijk avontuur.
De douches zijn sindsdien nauwelijks veranderd, maar de wielerbaan is toch behoorlijk gewijzigd. In 1988 was het nog het kale beton waar je tegen aankeek, terwijl de baan nu al een aantal jaren is geschilderd.
Ik was al dol op deze koers maar nadat ik hem in 1988 zelf een keer had gereden was het hek van de dam.
Dat heeft de laatste vijf jaar er zelfs voor gezorgd dat het enigszins uit de hand is gelopen.
Deze blog is daar een voorbeeld van maar in de afgelopen vijf jaar ben ik net geen dertig (!!) keer wezen fietsen op het parcours. Er zullen niet veel profs zijn die dat kunnen navertellen.
Met een glimlach kijk ik ook terug naar de foto's van de toereditie van 1988.
Een hele brede glimlach.